Nieuwe Tom Hanks film onbedoeld kritisch op voorstanders euthanasie
"Al zouden ze geen maatschappelijk nut meer hebben, dan nog moet hun levensadem ons zoveel waard zijn dat we ze helpen het goede en het nuttige in het leven te blijven zien."

(Let op: dit artikel bevat spoilers)
Een van de meest recente films waarin Tom Hanks de hoofdrol speelt is ‘A man called Otto’. Hierin speelt hij een knorrige oudere man die zich stoort aan zo’n beetje alles dat ademhaalt. Dat is nu net iets waar hij zelf zo spoedig mogelijk mee hoopt te stoppen: ademhalen. Zijn zoektocht naar een snelle dood wordt echter steeds opnieuw onderbroken door uitgerekend al die vervelende mensen uit zijn buurt. Totdat hij eindelijk beseft waarom. De film biedt dan ook interessante invalshoeken die raken aan het euthanasiedebat. Alleen al om die reden zou iedere maatschappelijk betrokken Nederlander de film moeten kijken.
Otto Anderson beweegt zich door zijn stad in het noorden van de Verenigde Staten als een echte brombeer. Het hek waarmee zijn straat wordt afgesloten, wordt steeds opengelaten, niemand lijkt nog normaal te praten en iedereen is vastgeplakt aan een mobiele telefoon. Als hij bij de bouwmarkt 1m75 aan touw wil kopen, wordt hij aangeslagen voor 2 meter, ‘omdat de computer het nu eenmaal zo berekent’. Eenmaal thuis blijkt waar het touw voor was bedoeld. Net als hij het om zijn nek wil doen, ziet hij door het raam dat er wéér een auto wil parkeren die daar niet thuishoort. Hij stelt zijn voorgenomen dood direct uit om verhaal te gaan halen bij de mensen die zijn nieuwe buren blijken te zijn.
De Mexicaanse Marisol en Tom blijken met hun gastvrijheid en chaotische leven echte tegenpolen van Otto. Hij moet dan ook niets van ze hebben, maar langzaamaan steelt vooral Marisol zijn hart dankzij de volharding waarmee ze deze probeert te raken. Want ook bij zijn tweede poging, als hij de uitlaatgassen van zijn auto wil inademen, is het Marisol die op zijn garagedeur bonkt met een noodgeval. Haar man is van de trap gevallen en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Otto belandt in een reeks van hulpacties waarmee hij het gezin van zijn kersverse buren ondersteunt.
Toch blijft zijn doodswens. Hij wil voor de trein springen, maar er gebeurt wederom iets waardoor het allemaal niet door kan gaan. Bij al zijn bijna-doodervaringen hoort Otto de stem van zijn overleden vrouw. Ze is pas een half jaar eerder heengegaan vanwege de gevolgen van kanker. Hij heeft gewoon niets meer op aarde te zoeken als zij er niet bij is. Hij wil naar haar toe, al maakt de film niet duidelijk of Otto gelooft in een hiernamaals.
Otto is zijn hele leven lang een doorzetter geweest. Een zogeheten blue-collar Amerikaan die niet zeurt en dit ook niet van anderen wenst te horen. Je werkt jezelf uit de nesten door hard te werken en nooit op te geven. Otto blijft zich ook nu koppig vastbijten in zijn voornemen om te sterven en doet nog een uiterste poging. Hij wil zichzelf met een geweer door het hoofd schieten, daar helemaal alleen in zijn koude huis dat al dagen geleden van de stroom en het water afging, omdat hij die had opgezegd (want dat bespaart geld).
Wéér gebeurt er iets waardoor zijn poging finaal mislukt. Er staat een oud leerling van zijn vrouw op de stoep, een transjongen die door zijn vader op straat is geschopt. In het boek ‘Een man genaamd Ove’, waar dit al de tweede verfilming van is, gaat het om een homoseksuele jongen, maar dat is veranderd om het actueler te maken. Otto noemt de vader een idioot, waaruit misschien moet blijken dat Otto het hart best op de goede plaats heeft. Hij uit zich gewoon een beetje nors. De in het huidige Hollywood onvermijdelijke onderbreking van de film ten bate van de woke agenda heeft wel een positieve keerzijde: Otto is een oude witte man, maar hij is wars van racisme en helpt een transjongen in nood zonder er twee keer bij na te denken. Dat zien we weleens anders wanneer Hollywood deze twee demografische kenmerken bij elkaar brengt.
Het besef dat Otto echt nog een poosje op aarde moet blijven rondlopen, daalt pas echt in als gretige vastgoedhandelaren het huis van zijn buren dreigen te kopen met slinkse trucs. Zijn oude vriend, waarmee hij al jaren is gebrouilleerd, dreigt naar een verzorgingstehuis te worden gebracht omdat het vastgoedbedrijf op illegale wijze wist te achterhalen wat de medische situatie van hem en zijn vrouw is. Otto hoort ervan en brengt al zijn contacten van de afgelopen tijd in stelling, waaronder een social media journalist. Ze sturen de man weg met zijn staart tussen zijn benen en de buurt is gered.
Nederlanders met een doodwens
Het doel van de film is niet het aankaarten van euthanasie. Maar toch gebeuren er een aantal interessante dingen die de kijker doet uitkomen bij precies dat ingewikkelde ethische thema. Zo noemt Otto zijn zelfmoordpogingen aan het einde van de film ‘domme acties’. Ook was het duidelijk dat Otto geïsoleerd was en verbitterd. Hij zag het positieve niet meer in van menselijk contact en liep de ganse dag te klagen over alles wat hij zag. Maar zijn omgeving liet hem niet stikken en drong bij hem aan dat gezelligheid en naastenliefde een schat aan waarde bevatten.
Deels of geheel oplosbare problemen spelen vaak een grote rol bij euthanasieverzoeken van ouderen in Nederland. Maar liefst 81 procent geeft aan dat piekeren een grote rol speelde en 56% zei hetzelfde over gevoelens van eenzaamheid, zo bleek uit een PERSPECTIEF-onderzoek dat in 2020 werd uitgevoerd in opdracht van het kabinet. Ook andere randproblemen zoals geldproblemen (36%) en zich tot een last voelen (42%) speelden een grote rol. Het feit dat deze factoren zo’n bepalende rol spelen bij euthanasieverzoeken van ouderen laat zien dat het niet goed gaat met de sociale kant van onze maatschappij.
Het lijkt voor de hand liggend dat veel euthanasieverzoeken zouden verdampen als een aantal oplosbare problemen daadwerkelijk zou worden aangepakt. Maar hebben we dat nog voor elkaar over? De overheid kan en moet daarin een rol vervullen, maar zij kan het niet alleen. De mensen onderling moeten ook de mouwen opstropen en elkaar simpelweg weer zien staan. Het lijkt zo makkelijk en misschien is het ook veel te eenvoudig gesteld, maar ergens moet het beginnen. Het is ondenkbaar dat een beschaafd land eenzaamheid en piekeren onder ouderen laat bestaan, wetende dat zij hierdoor dikwijls eerder uit het leven willen stappen. Aan het verhaal van Otto kun je zien dat zij nog een rol van onschatbare waarde kunnen vervullen. En al zouden ze geen maatschappelijk nut meer hebben, dan nog moet hun levensadem ons zoveel waard zijn dat we ze helpen het goede en het nuttige van het leven te blijven zien, iedere dag opnieuw.




