Pleidooi voor abortus uit het strafrecht misleidend en gevaarlijk voor vrouwen

Op 8 december verscheen in NRC een opiniestuk van drie auteurs waarin werd opgeroepen om abortus snel uit het strafrecht te halen. Het stuk hangt samen van ongefundeerde claims, verdraaiingen en zelfs wantrouwen richting de “ware intenties” van ideologische tegenstanders. Voor een gezond maatschappelijk debat is het belangrijk dat de recente waterval van misinformatie uit het pro-keuze kamp een weerwoord krijgt.
Door abortus steevast “zorg” te noemen, lijken Houwink ten Cate, Felix en Leusink hun publiek te willen meesleuren in het gewenste narratief. Maar abortus wordt niet voor niets al ruim veertig jaar geregeld in een aparte abortuswet en het wetboek van strafrecht, niet in het gezondheidsrecht. Dat het trio daar verandering in wil brengen, is helder. Maar het is misleidend om de lezer voor te houden dat je maar op één manier naar abortus kunt kijken. Natuurlijk is abortus gedeeltelijk zorg, doordat het een medische ingreep is. Maar het doel van abortus betreft het beëindigen van een menselijk leven en is daarom nooit officieel erkend als normaal medisch handelen. En dat is maar goed ook, want hoe rampzalig is het voor het morele kompas van een samenleving wanneer deze het beëindigen van een mensenleven als normaal gaat beschouwen?
Gevaar voor vrouwen
Het genoemde opiniestuk is onderdeel van de lobby die de huidige wetsconstructie onder abortus dreigt weg te trekken. Immers, als je het gewraakte artikel 296 uit het wetboek van strafrecht schrapt, schrap je vrijwel alle bescherming die vrouwen nu hebben tegen kwaadwillende mannen en kwakzalvers. In de handvol ernstige gevallen waarbij mannen hun vrouwen tot een abortus dwongen, waarbij één vrouw overleed, was het artikel 296 waarmee de strafmaat werd bepaald en niet het veel meer op bewijslast leunende artikel 82. Hoe help je vrouwen door deze wettelijke bescherming buiten hun bereik te plaatsen? Het ergste is dat vrouwen binnen de huidige wetsconstructie helemaal niet strafbaar zijn, hetgeen de claim van de betogers onzinnig maakt. Ik ken geen geval waarin een vrouw vanwege haar abortus is veroordeeld, laat staan met behulp van artikel 296. Dat kan ook niet, want de wetgever heeft eind jaren zeventig al aangegeven dat de huidige abortuswetconstructie ‘een einde maakt aan de strafbaarheid van de vrouw’.*
Het lijkt de betogers niet te gaan om de bescherming van de vrouw maar om het vogelvrij maken van het ongeboren kind, aangezien het ongeboren leven zonder strafrechtelijke bescherming ook voorbij de 24-wekengrens weinig tot geen gerechtigheid krijgt na een vroegtijdige dood door abortus.
Misinformatie
Het stuk bevatte ook misinformatie over abortus zelf. Zo stelde men dat het aantal abortussen niet daalt na een verbod op de behandeling. Deze versimpeling van de realiteit zie ik overal opduiken en lijkt bedoeld om mensen te overtuigen van de “onzin” om te strijden tegen abortus. Je redt er immers geen ongeboren kinderen mee. Sterker nog, je maakt het onveiliger voor vrouwen, aldus de redenering.
Men baseert zich hiervoor onder meer op studies van de WHO, maar die laten een belangrijk aspect weg: het aantal ongewenste zwangerschappen is doorgaans veel hoger in landen met abortusrestricties. Dat landen mét en zónder restricties vergelijkbare abortusaantallen kennen, betekent dat vrouwen in die eerste groep veel minder vaak hun ongewenste zwangerschap afbreken. Een verbod vermindert dus wel degelijk het aantal abortussen. En wanneer er kwalitatief goede spoed- en nazorg is, hoeft dit geen probleem te zijn voor de moedersterfte in die regio.
Deze realiteit zorgde ervoor dat Diane Greene Foster, hoofdonderzoeker van de beroemde Turnaway Study, in 2018 opriep om dit argument achterwege te laten, omdat het de doelen van de pro-keuzebeweging zou schaden. Mij laat het vooral zien dat voorstanders van abortusrechten, ondanks ontelbare beschuldigingen aan het adres van prolife, dikwijls misinformatie verspreiden. Alles lijkt te moeten wijken voor het narratief dat de prolifebeweging stiekem niets geeft om ongeboren kinderen, aangezien hun beleid niet zou leiden tot meer leven maar minder. Daarom moet het ze wel gaan om het beheersen van de vrouw, zo concluderen ook deze drie auteurs.
Wantrouwen
Naast onethische wensen voor de Nederlandse wet en misinformatie, kenmerkte het schrijven zich door een ondertoon van aversie tegen mensen die de prolifebeweging vormen. Zo zou het trio de burger wel even vertellen wat de deze beweging motiveert, namelijk ‘vrouwen dwingen tot het uitdragen van een zwangerschap’. Het gaat prolife helemaal niet om het redden van baby’s, ben je mal. Daarom moeten ze de term “prolife” ook even vervangen voor een term die het trio beter geschikt acht. “Anti-keuze” zou een prima label zijn, want dat past beter bij de mening die zij hebben over de doelen van die beweging. Het moge duidelijk zijn dat het trio werkelijk alle waarheid in pacht heeft.
Toch vergeten ze dat je om allerlei redenen tegen abortus kunt zijn. Zo waren het vooral communistische regimes die in het verleden een verbod op abortus instelden om demografische redenen die niets te maken hadden met enige waardering voor het ongeboren leven. Stalins abortusverbod is daar een voorbeeld van, maar ook het Roemenië van Ceaușescu wilde een stijging van de populatie en beperkte abortus om die reden. Ceaușescu zei zelfs dat de foetus eigendom is van de hele samenleving en dwong werkende vrouwen elke drie maanden tot lichamelijk onderzoek naar tekenen van zwangerschap. Dergelijke regimes zijn dan ook vooral geïnteresseerd in de groei van hun eigen volk en het liefst alleen de sterksten onder hen. Een dergelijke insteek kun je met recht “anti-abortus” noemen, maar het staat mijlenver af van Westerse prolife-organisaties die intrinsieke waarde zien in het ongeboren kind, ongeacht de afkomst, religie of nationaliteit van diens moeder.
Het wordt tijd dat de beweging die zich labelt met de term “pro-keuze” (ik vraag dan altijd: welke keuze bedoel je?) uit haar bubbel komt en het gesprek aangaat met andersdenkenden. Alleen dan kan de Nederlandse burger een geïnformeerde keuze maken over het ingewikkelde morele dilemma dat ongewenste zwangerschap vormt.
* Memorie van Toelichting Zitting 1978-1979 (15 475 – Regelen met betrekking tot het afbreken van zwangerschap (Wet afbreking zwangerschap)





