Chris Develing • 11 november 2018

Nepgeschiedenis of verschil van inzicht?

Herziening discussie NRC checkt: 'Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in de VS'

De afgelopen jaren was er veel te doen over het artikel ‘NRC checkt: ‘Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in de VS’. NRC concludeerde dat deze uitspraak, van de Amerikaanse geleerde Thomas Sowell, ‘waar’ is. Later werd dat gerectificeerd, na venijnig commentaar van twee Nederlandse historici. Het NRC zou volgens hen nepgeschiedenis in stand houden. Maar bij het lezen van alle betrokken stukken viel mij juist iets anders op: de historici zijn gekleurd in hun mening en plegen roofbouw op de geschiedenis. Inmiddels is het bijna december en dan wordt deze 'overwinning’ op de NRC weer met grote fiducie gedeeld door anti-racismehelden en witte schuldschapen. Dat schreeuwt om een herziening van de discussie.


De aanleiding voor de controverse was een zorgvuldig betoog van Thomas Sowell, waarin de Afro-Amerikaanse geleerde waarschuwt voor het selectief filteren van historische feiten. Dat kan namelijk eenzijdige analyses in de hand werken, zoals het idee dat er maar één soort geïnstitutionaliseerde slavernij bestond: die door Europeanen en Amerikanen, met de Afrikaan uitsluitend als slachtoffer. Zijn uitspraak over witte slaven, die dankzij zo’n selectieve filtering door scholen en media in de vergetelheid zijn geraakt, moet dan ook worden gezien als een oproep tot meer balans in ons historisch perspectief.


Bovendien was Sowell’s bewering correct: meer Europeanen werden naar Noord-Afrika ontvoerd dan Afrikanen naar de toenmalige dertien koloniën van de VS. Beide slavenaantallen zeggen iets over de mate van import naar de twee continenten. Dit is een legitieme stelling en zeker geen misleiding, zoals de historici stellen.


Het was juist de herberekening van de historici die mij verbaasde. Zomaar werd het Amerikaanse exportcijfer vermeerderd met alle generaties die daarna in slavernij werden geboren, terwijl dit bij de Europese slaven werd nagelaten. Alsof er in twee eeuwen niet één Europees kind in slavernij werd geboren. Mocht het duo denken dat het cijfer van 1,25 miljoen alle Europese slaven in die periode betreft, dan is er vermoedelijk sprake van een taalbarrière. Het Engelse woord enslaved, dat zowel historicus Davis als Sowell gebruikte, slaat namelijk op de eerste generatie slaven die werd ontvoerd en onderworpen. Hieruit blijkt dat niet Thomas Sowell, maar zijn Nederlandse critici gebruik maakten van misleidende vergelijkingen.


De enige ‘misleiding’ van Sowell’s kant is de vermoedelijk bewuste selectie van twee willekeurige gebieden waarmee hij, al spiegelend, wees op zijn rode draad: spelen met historische feiten kan ieder politiek doel dienen. Sowell weet natuurlijk dat beide aantallen slechts een beperkt onderdeel waren van twee systemen met een immense omvang. De relatief korte tijd waarin de trans-Atlantische slavernij miljoenen Afrikanen onderwierp, getuigt van haar groteske aard. Onder de streep ontloopt de islamitische slavenexport haar echter nauwelijks. Alleen al in de negentiende eeuw werden twee miljoen zwarte Afrikanen geëxporteerd naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Daarbij komt dat de deportaties in Arabische en Amerikaanse handen niet voor elkaar onderdoen als het gaat om de uitputtingsslag met vaak de dood tot gevolg.


Het duo kan best verwijzen naar het feit dat er in Noord-Afrika veel minder mensen in slavernij werden geboren. Maar zonder kanttekening over de redenen hiervoor is dat argument misleidend. Die waren namelijk niet louter positief. Denk aan de ongeëvenaarde macht die Noord-Afrikaanse slavenmeesters hadden over de seksualiteit van hun slavenpopulatie. Dit kenmerkte zich bijvoorbeeld door relatief veel castraties. De Baños, waar Europese mannen als dieren werden gehouden, zonder enige interactie met vrouwen, zorgden logischerwijs ook voor een sterk verminderde natuurlijke groei.


Vrouwen, de grootste groep slaven in Noord-Afrika, konden slechts op een verhoogde status hopen als zij een kind kregen van hun meester, mits deze het erkende. Zulke kinderen werden vaak meteen geadopteerd en dus niet in slavernij geboren. Ook kon de vrouw, na de dood van haar meester, rekenen op vrijheid. Het is echter waanzin om dit te laten gelden als positieve oorzaak van een langzaam groeiende slavenpopulatie. Slavendrijvers verdienen geen pluspunten voor de verhoogde status van slavinnen die zoiets moesten ondergaan. Die geven we immers ook niet aan Amerikaanse meesters, die dikwijls een Oom Tom met privileges tolereerden. Wanneer zij kinderen verwekten bij hun Afrikaanse slavinnen wordt bovendien moeiteloos uitgegaan van directe of indirecte seksuele dwang. Waarom zou dit anders zijn voor hun Europese lotgenoten in Noord-Afrika?


Dit soort nuanceringen lijken aan het duo voorbij te gaan. In een ander artikel noemen ze Sowell’s uitspraak zelfs fake news en “historische onzin op het internet”. Je moet het maar durven opschrijven over een bejaarde geleerde die meer boeken schreef dan een gemiddelde vierdejaars student geschiedenis leest. Als je daarbij bedenkt dat Sowell als socioloog meerdere historische thema’s behandelde, kun je haast niet anders dan je afvragen hoe onpartijdig het duo is. Dat blijkt ook uit het feit dat ze Sowell nergens socioloog noemen, maar “conservatieve econoom” of kortweg “schrijver”. Zo framen ze zelfs Sowell’s recht van spreken als academicus, vermoedelijk om hun respons zwaarder te laten wegen.


De Nederlanders hadden ook een generaliserend antwoord op Sowell’s legitieme standpunt dat galeislaven in Noord-Afrika het slechter hadden dan plantageslaven in de VS. Volgens de historici was slavernij in de VS als geheel juist “van een duidelijk ander karakter”. Dit beschouw ik als codetaal voor: “het viel allemaal wel mee met die Noord-Afrikaanse slavernij”. Daarmee doen ze zelf waar ze Sowell van beschuldigen: moreel onderscheid maken tussen twee volken en hun slavernijsystemen. Wanneer we echter spreken van vele miljoenen slaven en gruwelpraktijken aan beide zijden, oogt iedere wedijver om de titel van meest of minst erge slavendrijver pervers. Sowell vergeleek specifieke slavencategorieën omwille van een meer gewogen oordeel over de hele linie. Of dezelfde motivatie leeft onder de historici is voor mij nog dubieus.


De verlichte woorden van wijlen historicus Bernard Lewis bieden een fraai contrast:

”Het is niet mijn doel om een morele competitie op touw te zetten…maar om de claims van exclusieve deugd en exclusieve ondeugd te weerleggen en te wijzen op een gemeenschappelijk falen in onze gemeenschappelijke menselijkheid.”

De inmiddels achterhaalde mythe, dat het slavenleven in Amerika altijd slechter was dan in Afrika, is mede ontstaan door kromme vergelijkingen van geschiedschrijvers in de negentiende eeuw. Zij kwamen dikwijls terug uit Afrika en het Midden-Oosten met het idee dat er geen plantageslavernij bestond in de islamitische gebieden. Zij zagen alleen huiselijke slavernij, waarbij slaven meestal een beter leven leidden. Buiten hun gezichtsveld, voorbij de grote steden waarin ze verbleven, bestond echter wel degelijk economische slavernij. Lewis beschreef ook dit sprookje treffend als “een Europese uitvinding die een Europees doel dient”. Wanneer deze nu nog opduikt, moet er haast sprake zijn van een selectieve filtering ten bate van een politiek doel. Dat is precies waar Sowell voor waarschuwde.


De historici hadden veel te vertellen over de gevolgen die nazaten van slaven nu ervaren in de westerse landen waar ze als minderheid leven. Die impact is reëel en moet zeker niet zomaar worden afgezwakt. Maar ook hier mis ik een oprechte hunkering naar balans. Die kan worden gevonden in de impact die het slavernijverleden op de noordelijke helft van Afrika heeft door nog steeds te bestaan. In Mauritanië worden jaarlijks vele sub-Sahara slaven geboren en ook Libië maakt momenteel haar zoveelste opleving van slavernij door.


Dan is het legitiem om te vragen waarom slavernij in Noord-Afrika zo lang kon doorgaan. Wellicht is een voornamelijk religieuze scheiding tussen slaaf en vrij mens moeilijker af te leren dan een racistische. Misschien kwamen beide vormen geregeld samen in de islamitische staten, waardoor zwarte Afrikanen in het huidige Tunesië en Marokko nog steeds kampen met een niveau van racisme dat in het huidige Amerika ondenkbaar is. Referenties naar dit soort ongemakkelijke feiten moeten niet worden gezien als jij-bak maar als een oproep tot minder selectieve filtering van historische feiten.


Over het feit dat het Westen aan de wieg lag van de afschaffing van slavernij in veel islamitische landen, zul je de historici ook niet horen. Maar het is een cruciaal feit, omdat de moslimlanden volgens veel geleerden niet stonden te springen om hun slaven vrij te laten. Een afschaffingsbeweging, zoals die van christenen in het Westen, was nagenoeg niet bestaand. De emancipatie werd bereikt met keiharde westerse diplomatie. Dan is het niet vreemd dat er nog steeds maar weinig islamitische historici zijn die het aandurven om dit onderwerp aan te snijden. Bernard Lewis schreef dat het aantal studies naar de slavernij in het Midden-Oosten op één velletje past, terwijl er duizenden boeken te vinden zijn over de Griekse, Romeinse en trans-Atlantische slavernijen. Toch moet het Westen zich volgens sommigen nog steeds meer schamen dan andere culturen.


Het heeft er alle schijn van dat enige fixatie op een moreel onderscheid slechts leeft bij de Nederlanders en niet bij Thomas Sowell. Bij het vinden van een passend antwoord op hun onderscheid – dat gevaarlijke gevoelens van superioriteit kan oproepen – is het de vraag wat nu wijsheid is. Is het verwerpelijker dat veel mensen in slavernij werden geboren of dat deze er juist niet kwamen vanwege gedwongen adoptie na verkrachting en belemmeringen in de voortplanting? Hetzelfde kan gevraagd worden wanneer we castratie, seksslavernij en geïsoleerde slavenkampen plaatsen tegenover de martelpraktijken van de Amerikaanse slavernij. Wat mij betreft is de ‘wijsheid’ dat een dergelijk onderscheid beter achterwege kan worden gelaten.


Sowell riep op tot een dergelijke balans. Hij deed dat met een prikkelende stelling, waarop het duo vermoedelijk het eigen morele onderscheid projecteerde. Het gevolg was een denkbeeldige strijd, die slechts bijdroeg aan het blootleggen van hun motieven.

door Chris Develing 28 september 2025
Dit jaar mocht ik een interview geven aan het steeds populairder wordende YouTube kanaal 'Christendom'. Het werd een getuigenis, waarin ik sprak over het opgroeien zonder vader, mijn latere geloof in Christus en maatschappelijke onderwerpen zoals abortus en de impact van de islam op onze samenleving. Bekijk het gesprek hieronder:
door Chris Develing 26 september 2025
We hebben allemaal een bepaalde mate van bias, oftewel een vooringenomen standpunt over onderwerpen die ons aan het hart gaan. Dat maakt het soms moeilijk om voor de volle honderd procent eerlijk te kijken naar nieuwe informatie. Zeker als deze kan leiden tot het bijstellen van je mening. Blinde vlek Een cognitieve dissonantie gaat nog iets verder dan een bias. Je kunt het zien als een blinde vlek. Christenen kunnen het weleens beschrijven als geestelijke blindheid in zaken van het geloof. Zo’n dissonantie komt erop neer dat je duidelijke feiten of informatie toch nog weet te ontkennen of zo weet te draaien dat ze hun betekenis voor jou en je standpunten verliezen. Stel bijvoorbeeld dat je zoveel informatie hebt over roken dat je echt wel kunt weten dat het ongezond is. Desondanks blijf je doorroken, alsof die informatie nooit tot je kwam. Je handelen is daarmee niet rationeel maar gebaseerd op je begeerte om te roken. Het is belangrijk om te benadrukken dat cognitieve dissonanties voorkomen bij zowel voor- als tegenstanders van abortus wanneer ze in discussie raken. Zo komt het voor dat voorstanders van abortusrechten (pro-choicers) tot ver in de zwangerschap blijven spreken van een ‘klompje cellen’, terwijl tegenstanders (pro-lifers) soms al vroeg capaciteiten aan het ongeboren kind toedichten die het op dat moment nog niet heeft. ‘Uit elkaar getrokken’ In dit stuk wil ik een online voorbeeld aanhalen van een cognitieve dissonantie bij iemand die groot voorstander is van abortusrechten. Stella Bergsma, een columniste met 35 duizend volgers op X was in gesprek geraakt over abortus. Een andere X-gebruiker wierp haar voor de voeten dat ‘baby’s letterlijk uit elkaar getrokken worden’ tijdens een abortus. Bergsma besloot de AI-machine van X, genaamd Grok, bij het gesprek te betrekken: ‘@Grok wordt bij een abortus de baby letterlijk uit elkaar getrokken?’
door Chris Develing 16 september 2025
After Charlie Kirk’s assassination many mainstream news platforms did not wait long to start regurgitating online claims about supposed evil things Charlie Kirk has said throughout the years. What the exact motivation behind behind these choices is remains to be seen, but it is clear that certain people who disagreed with Kirk’s views ran towards such claims in order to either legitimize Kirk’s violent death or to suggest that he somehow reaped what he sowed. When confronted with such claims, I noticed that many supposed quotes by Kirk were not based on truth. Often lies or half-truths were told. Rarely was the quote exact and when it was, it was often taken out of context. I decided to take the time to fact-check 7 such claims. I chose them randomly, to see if any of the claims were truthful. A few of them were true or partly true but lacking a strong-man explanation from Kirk’s own point of view. But in most cases the claims can be accurately described as lies or deliberate half-truths. Below I describe the claims, one by one, with my commentaries. 1. Gay people should be stoned to death False : Kirk never said this as a separate statement or wish for American law. This lie started when left-wing author Stephen King took to X on September 11, one day after Kirk’s assassination, and claimed that Kirk had “advocated stoning gays to death”. He later retracted this claim and apologized. King acknowledged that Kirk only mentioned a passage about stoning people after sleeping with the same sex from the Old Testament, in order to show someone that they were cherry picking verses about love as if the Bible doesn’t condemn sin. Kirk did call this penalty “part of Gods perfect law” as can be heard in the original footage , but that does not equal advocating for the same laws in today's society. 2. Most people are scared when they see a black pilot flying a plane False : He never said this exact quote or anything of similar meaning. What really happened was: during a conversation Kirk discussed affirmative action and how it creates bad ways of thinking, because it is known that certain people get jobs because of affirmative action, not because they were the best for the job. This can result in people second guessing the quality of the captain of their flight if he or she happens to be black. Kirk immediately added: “ I don't wanna think that way. And no one should, right? ” So, Kirk wasn’t saying that he distrusts black people having the capacity to be pilots. He was demonstrating how affirmative action can make people weary of how people got to a position, especially when it’s such a crucial job that people’s lives depend on it. Kirk went on to say: “ I want to be as blunt as possible because now I'm connecting two dots. Wait a second, this CEO just said that he's forcing that a white qualified guy is not gonna get the job. So I see this guy, he might be a nice person and I say, "Boy, I hope he's not a Harvard-style affirmative-action student that … landed half of his flight-simulator trials ." 3. Taylor Swift should reject feminism and submit to her husband True . In a video on his own platform, Kirk took the time to congratulate Taylor Swift’s engagement and said that he wished for her that this step would make her more conservative. Kirk said he wanted them to have many children. Then he went on to say she should leave feminism and submit to her husband. Kirk said that he was saying all of these things without any sarcasm. It can be assumed that Kirk believes in the, according to many, Biblical principle that women should submit to their husband. However, in general Christians do not believe this to mean that a woman is worth less than a man, but rather that there are God-ordained roles for men and women. 4. No one should be allowed to retire False . What Charlie Kirk really said was that he didn’t think people should retire, saying it’s not Biblical. This is more an advice than something he would like to see enforced by law. When it comes to the law, he did advocate for raising the age of retirement. Here’s the full context: “ Now, I will say that for future retirees, people under the age of 45, we should absolutely raise the retirement age. I’m going to say something very provocative. I’m not a fan of retirement. I don’t think retirement is biblical,” he said . “You say, ‘Charlie, I’m just gonna retire and I’m just gonna go golf.’ I think, what a waste of the gifts that God has given you .” 5. British Colonialism was what “made the world decent” True . Charlie Kirk said this at the beginning of his show on September 22, 2022. The context is that he was about to speak to professor Bruce Gilley, a political scientist who has written a book called The Case for Colonialism and is of the opinion that British Colonialism was mostly helpful to the lands they settled it, because it uplifted its people to a more modern, more fair and more liberal standard of living and ruling. It seems obvious that Kirk agreed with a lot of what professor Gilley was coming to convey. Needless to say, this is a controversial opinion. One could ask ‘What about slavery?’ Gilley spoke about this, saying that Spanish and Portuguese enslavers felt they were rescuing African slaves from the hardships of Africa, where slavery was rampant and much more harsh. Gilley also said that “ None of this made their enslavement right. But then little of what happened to the wretched of the earth in that era was right by contemporary standards. There is a historical bait and switch when contemporary critics charge European colonialists with all sorts of modern crimes: stealing land, owning slaves, shooting lions. These charges appeal to norms and expectations that emerged later from Western civilization itself, and only from Western civilization. Stealing land, owning slaves, and slaying wildlife were, after all, the national sports of pre-European contact African, Arab, and native American cultures .” 6. The guy who assaulted the Pelosi’s should be bailed out False . The full clip in which this statement is found, to me, clearly shows that he spoke those words sarcastically. The full statement shows that Kirk had doubts about the Democrat narrative, which said that there might be a link between the attack and Republican rhetoric. For instance, Kirk said “Why is the conservative movement to blame for gay schizophrenic nudists that are hemp jewelry makers breaking into somebody's home, or maybe not breaking into somebody’s home. Why are we to blame for that?” Immediately after saying this, Kirk asked, sarcastically: “And why is this guy still in jail? Why hasn’t he been bailed out?” as if to say that some Republican would have bailed him out by now, if he was such a hero to them. Kirk then continued, again sarcastically, saying that “If some amazing patriot out there … wants to really be a mid-term hero, someone should go and bail him out … and go ask him some questions.” Kirk then called into question why this attacker was possibly being charged with attempted murder and a political assassination attempt, saying that even those kinds of attackers are let out on bail the next day in many situations, implying that “if you go after the Pelosi’s” those rights to not apply. So no, Charlie Kirk did not literally want someone to bail out an attacker who did something Kirk called “awful” and “not right” in the same breath. Only sarcasm makes sense for some of these statements and I think the video shows this. 7. Gun deaths are acceptable in order to have a 2nd amendment Partly True . Kirk did not say the exact words in this rumored quote. What he actually said at a Turning Point event in Salt Lake City was: “ It’s worth it to have a cost of, unfortunately, some gun deaths every single year so that we can have the Second Amendment .” Also, Kirk emphasized that he was being rational and pragmatic about this trade-off, arguing that the right to bear arms is too important to let gun deaths (those caused by legal gun-owners one must assume) get in the way of that. This says nothing about the way he felt about gun violence. He was obviously against gun violence and thought they should be prevented. He just didn’t believe that a ban on legal firearms should be the sacrifice to achieve that goal. One may compare it to liberals accepting a number maternal deaths every year, due to legal abortion. One could argue that deaths from pregnancy are still more frequent. Similarly, one could argue that the amount of deaths without the Second Amendment could increase if the government decided to turn on its own people, as has happened many times throughout history.
Lubach pleit voor verdoofde dierenslacht, maar hoe zit het met onverdoofde abortus?
door Chris Develing 25 juni 2025
Ongeboren kinderen worden onverdoofd geaborteerd. Toch pleit niemand voor verdoving zoals dat bij slachtdieren gebeurt. We analyseren een uitzending van Lubach om onder meer te zien of dierenactivisten verder mogen gaan met het tonen van expliciete beelden.
door Chris Develing 18 juni 2025
Het Britse Lagerhuis besloot dat vrouwen niet meer strafrechtelijk vervolgbaar zijn als zij een abortus ondergaan buiten de wettelijke termijn. Namens NPV - Zorg voor het Leven mocht ik aanschuiven in het Family7 programma Uitgelicht om over dit nieuws mee te praten. Bekijk het gesprek hieronder:
door Chris Develing 8 juni 2025
Wie bekend is met de Socratische Methode kent wellicht ook haar sub-discipline: de Socratische Ondervraging. Door het stellen van vragen kan men een gesprekspartner laten beseffen wat de logische consequentie is van zijn stelling. Jezus gebruikte een soortgelijke methode die de Bijbel al voor Socrates liet zien en onderdeel is van de Rabbijnse methodiek. Dat zien we bijvoorbeeld aan Zijn gesprek met de rijke jongeling, dat we aantreffen in Markus 10 en Lukas 18. Deze passage wordt, vanwege de onbegrepen betekenis achter de vraag van Jezus, nog weleens door critici aangehaald om te bewijzen dat Jezus daar zelf toegeeft God niet te zijn. Maar dat is een onterechte conclusie op basis van een oppervlakkige lezing: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen.” Lukas 18:19, Markus 10:18 Bij deze passage moet worden opgemerkt dat Jezus niet zegt: “Ik ben God niet”. Hij stelt namelijk een vraag en neemt nog geen standpunt in. In plaats van de jongeling te corrigeren, komt Hij met een waarom-vraag waarmee de ander wordt uitgedaagd om na te denken over de woorden die hij uitspreekt. Dit zegt dus nog niets over het waarheidsgehalte van die woorden. Het doel van Jezus’ vraag was in feite om te toetsen of de rijke jongeling wist wie hij voor zich had. Je kunt het zien als een test waarmee Jezus de jongeling de volle betekenis laat zien van het woord goed, waarna Hij hem uitdaagt om, met die nieuwe definitie in de hand, nog eens na te denken over de waarde die hij Jezus toedicht. Daarnaast lijkt het plausibel dat Jezus de man ook wat bescheidenheid bijbracht. De kans is namelijk groot dat de man zichzelf ook als goed beschouwde, aangezien hij vond dat hij alle geboden wel zo’n beetje had gehouden. Jezus laat de man zien wat echte goedheid is, namelijk die van God. Daarmee toont Hij aan dat je zonder God te volgen zoveel geboden kunt houden als je wilt, maar dat het je dan niet zal baten. De mens is namelijk, genomen naar de standaard van God, niet goed en heeft het nodig om God te volgen. Vandaar dat Jezus de rijke jongeling opdraagt om Hem te volgen. De goede herder Behalve dit zijn er nog meer redenen waardoor we weten dat Jezus hier niet ontkende goed te zijn. In Johannes hoofdstuk 10 vers 11 en 14 noemt Hij zichzelf bijvoorbeeld “de goede herder”. Wanneer we Jezus’ uitspraken naast elkaar zetten, ligt de conclusie voor de hand: Jezus zegt in Markus en Lukas dat alleen God goed genoemd mag worden en Hij noemt zichzelf vervolgens de goede herder in Johannes. Is Jezus dan wel of niet God, volgens zijn eigen definitie van God en van Zichzelf? Dat Jezus goed is en derhalve God, valt dus niet te ontkennen. Maar hoe zit het met de titel herder? Ook die kwalificatie heeft betrekking op God. Want het Oude Testament identificeert zowel God als de Messias herhaaldelijk als herder. Dat zien we bijvoorbeeld in Psalm 23:1-2, 77:20, 78:52, 80:1, Jesaja 40:11, 49:9-10 en Ezechiël 37:24. [1] Er kan dus een sterke zaak worden gemaakt voor het idee dat Jezus zich God noemt wanneer hij aan zichzelf refereert als de goede herder. Wie moeten we volgen? Natuurlijk weten we dat de rijke jongeling Jezus op dat moment niet helemaal begreep, aangezien hij droevig vertrekt, maar dat betekent niet dat onze lezing verworpen moet worden. Het gaat erom wat Jezus iemand leert, niet wat zij daarvan begrepen hebben of opvolgen. Dit geldt met name voor gesprekken met andere mensen dan Zijn eigen discipelen, die Hij dikwijls van een toelichting voorzag wanneer zij daar om vroegen. Aan het einde van het gesprek met de rijke jongeling lijkt Jezus alsnog een direct antwoord te geven op de vraag. De jongeling vroeg Jezus wat hij moet doen om het eeuwige leven te krijgen. Na een prikkelende wedervraag en een aantal instructies, zegt Jezus: “…kom daarna hier en volg Mij. Dan zult u rijk zijn in de hemel.” (Markus 10:21) Voordat hij te horen kreeg dat hij Jezus dient te volgen, moest de rijke jongeling kennelijk eerst de kans krijgen om te beseffen Wie het dan is die hij zou volgen. Want ook de opdracht om Jezus te volgen kan worden vergeleken met de reactie die de mens moet hebben op God. Een reactie die luid resoneert door het Oude Testament: Volg alleen God. Want behalve de stelling dat alleen God goed is, kunnen we even kort zijn over de Bijbelse opdracht om alleen God te volgen: “Volg alleen de Here, uw God, en heb ontzag voor Hem, gehoorzaam alleen zijn geboden. Dien alleen Hem en houdt u aan Hem vast.” (Deuteronomium 13:4) We zien dus dat Jezus in alle gevallen juist bevestigt God te zijn en dit nergens ontkent. Dit in tegenstelling tot hetgeen critici beweren. Jezus wilde zijn gesprekspartner drie dingen laten beseffen: Dat Hij inderdaad goed is; dat Hij daarom God is en; dat de jongeling Hem moet volgen, precies zoals in het Oude Testament wordt gezegd over de Enige ware God. Soortgelijke ondervragingen Er zijn nog genoeg andere “Socratische ondervragingen” in Jezus’ bediening te vinden. We hoeven dan ook niet ver te zoeken om een soortgelijke dialoog aan te treffen. Vrijwel direct na het gesprek met de rijke jongeling stuit Jezus op een verzoek van twee discipelen: “Jakobus en Johannes, de twee zonen van Zebedeus, kwamen naar Jezus en zeiden: ‘Meester, we willen iets van U vragen.’ Hij zei: ‘Wat willen jullie dat Ik voor jullie doe?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Mogen wij alstublieft links en rechts naast U zitten wanneer U Koning geworden bent?’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘ Jullie weten niet wat jullie vragen . Kunnen jullie doen wat Ik moet doen? Kunnen jullie doormaken wat Ik moet doormaken?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Dat kunnen wij.’ Jezus zei tegen hen: ‘Jullie zullen hetzelfde doormaken als Ik en doen wat Ik moet doen . Maar Ik kan jullie niet beloven dat jullie naast Mij zullen zitten. Die plaatsen zijn voor de mensen voor wie die plaatsen bestemd zijn.'” (Markus 10:35-40) [2] Wederom beantwoordt Jezus een vraag met een wedervraag en wederom lijkt het (na een oppervlakkige lezing) alsof Hij hiermee wil ontkennen wat er wordt beweerd. Maar wat doet Jezus? Hij geeft ze gelijk. Alleen, legt hij daar wel bij uit dat Hij, beter dan de discipelen zelf, begrijpt welke betekenis schuilgaat achter hun bewering. Het feit dat Jezus dit keer meer toelichting geeft bij zijn instructies, is omdat dit zijn gewoonte was wanneer hij sprak tot Zijn discipelen. De reden dat Jezus in meer cryptische taal sprak tot andere mensen, is omdat het oordeel anders nog groter is wanneer zij alles begrijpen terwijl ze niet accepteren wat er wordt gezegd door Jezus (zie Mattheus 13). Hoe dan ook, we lezen hoe Jezus de discipelen wilde laten beseffen dat ze niet volledig weten wat ze zeggen en Hij doet dat middels het stellen van een niet-ontkennende wedervraag. Davids zoon en Heer Een ander relevant voorbeeld is het gesprek dat Jezus met de Farizeeën had over de Messias. Jezus vraagt hen: “Wiens zoon is de Messias?”, waarop zij antwoorden: “Davids zoon”. Met deze vraag onthult Jezus dat de Farizeeën niet goed begrepen wat de aard is van de Messias. Jezus vervolgt namelijk door te zeggen: “Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: ‘ De Here heeft gezegd tot mijn Here : Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.’ Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen.” (Mattheus 22:41-46) Naast het feit dat Psalm 110, waar Jezus met dit citaat naar verwijst, aantoont dat de Messias niet slechts een mens is (vers 1) en al voor David bestond, wordt het ook duidelijk dat Jezus hier leert over de Heilige Geest die David aanstuurde om dit op te schrijven. Hiermee kon Jezus de Farizeeën wijzen op hun eigen misvatting omtrent de Messias die veel meer blijkt te zijn dan slechts een mens. Resumerend De bewijzen laten zien dat Jezus nergens zegt dat Hij God niet is. Dat terwijl critici dikwijls eisen dat christenen laten zien waar Jezus letterlijk zegt “Ik ben God, aanbid mij“. Kennelijk verlangen ze dit niet voor hun eigen claims. We hebben gezien dat Jezus een scherpe wedervraag stelt die de rijke jongeling, samen met alle lezers van de Bijbel, uitlokt tot het nadenken over zijn woorden: “Is daadwerkelijk alleen God goed? Zo ja, noemde ik dan zojuist een man God?” Deze manier van denken opent namelijk vele deuren naar de andere feiten waarmee Jezus laat zien dat Hij God moet zijn en niet slechts een profeet: Zijn vergeving van zonden, Zijn oordeel over de wereld, Zijn zondeloosheid, de aanbidding die Hij accepteerde, Zijn eenheid met de Vader. We hebben gezien dat Jezus zichzelf goed noemt als Hij zegt dat hij “de goede herder” is. Dus waarom zou hij moeite hebben met de titel “goede meester”? We hebben gezien dat God en de Messias beide herhaaldelijk als herder worden aangemerkt in het Oude Testament. We hebben gezien dat Jezus ook in andere gesprekken een wedervraag stelt waarmee hij de suggestie lijkt te wekken dat de ander op een verkeerd spoor zit. Maar dan blijkt dat Jezus niet ontkent wat er gezegd wordt, Hij geeft er slechts de volle betekenis aan, om zo inzichten te verschaffen. We hebben gezien dat Jezus met een scherpe vraag aan de Farizeeën laat zien dat Hij de Messias is die ouder is dan David en tevens zijn Heer is, ondanks dat hij ook uit zijn nageslacht komt vanuit zijn menselijkheid. Hij weerlegt de Farizeeën dus in hun gedachte dat de Messias slechts een mens zal zijn en niets meer dan dat. Voetnoten [1] Voor mensen die onervaren zijn met de Bijbel en deze passage hebben opgezocht, kan dit vers enige verwarring opleveren aangezien er staat dat God David zal aanstellen als herder. Echter, David leefde allang niet meer toen deze profetie werd gegeven. De enige juiste interpretatie is hier dat dit verwijst naar de Messias, die vaak als het David-type werd aangeduid. Tevens is er in de Joodse traditie dikwijls geen onderscheid tussen een historische persoon en iemand die in zijn geest en macht verschijnt (zie: Cambridge Bible for Schools and Colleges). [2] Jezus zegt hier niet dat Hij er niet over gaat. In de volgende verzen legt hij namelijk uit dat de gelovigen uiteindelijk zelf bepalen welke plek zij in de Hemel zullen bemachtigen. En dat doen ze door de mate van dienstbaarheid die zij hebben gegeven aan hun medemens. In Markus 10:35-40 lezen we: “Jezus riep hen bij Zich en zei: ‘Jullie weten dat de machthebbers in de wereld de bevolking onderdrukken. Zij maken misbruik van hun macht. Maar onder jullie moet het anders gaan. Wie groot wil zijn, moet jullie dienaar worden. En wie de voornaamste wil zijn, moet ieders slaaf worden. Want zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen.'”
MEER ARTIKELEN