Blog Layout

Chris Develing • mei 28, 2024

Het best bewaarde geheim van het abortusdebat

Alle voorstanders van abortusrechten geloven dat het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw belangrijk is. Maar als je doorvraagt, blijkt dat de meeste van hen een foetus nog geen mens vinden. Dit lijkt een cruciale factor om achter abortus te kunnen staan. Toch horen we steeds meer prominente voorstanders uitdragen dat die tweede factor van geen belang is: mens of geen mens, het mag overlijden als gevolg van de keuze van de vrouw om de zwangerschap te beëindigen. Is deze trend het gevolg van voortdurende progressie of beginnen oude maskers af te glijden?


Vorige week zag ik een clip voorbijkomen van ‘Real Time with Bill Maher’. De Amerikaanse presentator en komiek sprak over de verkiezingsstrijd tussen Biden en Trump. Te gast waren Gillian Tett, columniste voor The Financial Times en journalist Piers Morgan. Toen het over abortus ging, probeerde Tett woorden te geven aan het feit dat abortus een grote rol speelt in de verkiezingsstrijd: ‘In een tijd waarin Amerika grote geopolitieke dreigingen kent en er allerlei economische uitdagingen zijn, is het vreemd dat de verkiezingsstrijd om abortus draait.’


Terwijl het publiek stevig begon te klappen, bleek Maher minder onder de indruk van de Tett’s clichés: ‘Tenzij je denkt dat het moord is’, zei hij, terwijl het applaus langzaam stilviel. Maher begon uit te leggen waarom hij soms hoofdpijn krijgt van zijn eigen linkerkant van het abortusdebat: ‘Ik verwijt het links wanneer men zegt dat prolifers vrouwen haten. Ze haten vrouwen helemaal niet. Dat hebben ze gewoon verzonnen. Die mensen vinden abortus moord. En dat is het eigenlijk ook wel. Maar daar heb ik dus vrede mee. Dat meen ik. Er zijn acht miljard mensen op de wereld. Sorry, we zullen je niet missen.’


Zelden werd het zo stil aan een Amerikaanse talkshowtafel. Terwijl Maher het publiek met vragende ogen aankeek, besloot Piers Morgen de stilte te doorbreken met een grap: ‘Je zegt dit gewoon omdat je niet van kinderen houdt, toch?’ Door het lachen heen leek het publiek opgelucht adem te halen. Maher doorzag de gêne en stelde zijn gasten een gewetensvraag: ‘Jullie zeiden zojuist nog voor abortusrechten te zijn, toch? Dan geloof je dit ook.’


Met deze vraag doelt Bill Maher op een blinde vlek bij de meerderheid van de mensen die abortusrechten toejuichen. Ze zijn er helemaal voor, zolang ze zichzelf kunnen blijven vertellen dat abortus geen mens doodt maar een soort pre-mens. Het geloof in een langzaam toenemende waarde van het ongeboren kind is waarschijnlijk de reden dat er überhaupt nog abortusgrenzen zijn in Europa en grote delen van de Verenigde Staten. Want het absolutisme dat Maher hier uitdraagt, impliceert dat abortus de gehele zwangerschapsduur legaal zou moeten zijn.


Wie denkt dat Mahers standpunt voortkomt uit ‘voortschrijdend inzicht’ van de afgelopen jaren, heeft het mis. Al in de jaren zeventig werd dit standpunt een van de meest uitgewerkte ideeën binnen het kamp dat legale abortus nastreefde. Natuurlijk werd deze visie niet gebruikt in publiekscampagnes, om redenen die tijdens het gesprek met Bill Maher opnieuw duidelijk werden. Maar een essay van Judith Thomson, één van de bedenkers van de zogeheten no-duty-to-sustain filosofie, werd het meest gedrukte stuk over het abortusdebat.


Steeds vaker


Bill Maher is niet slechts een eenling die het ongeboren kind nul toenemende beschermwaardigheid gunt tot aan de geboorte. Een van de meest beroemde voorvechters van abortusrechten, de Nederlandse Rebecca Gomperts, kwam ook al eens uit voor dit standpunt. Volgens haar komt het de vrouw toe dat zij zelf bepaalt tot wanneer haar abortus is toegestaan. Baas in eigen buik ben je immers altijd en niet slechts tot 24 weken zwangerschap.


Deze mening is dus niet nieuw en derhalve geen gevolg van recente progressie. Sterker nog, het stamt uit een tijd waarin abortus in grote delen van het Westen illegaal was. Maar het feit dat steeds meer mensen hiervoor uitkomen, zou weleens te maken kunnen hebben met een bepaald moreel verval. Zouden dragers van dit standpunt geloven dat ze er in deze moderne tijd makkelijker mee wegkomen op grote platforms? Tot nu toe is er weinig verzet hoorbaar uit de eigen gelederen van abortusvoorstanders. Media vallen er niet over en Kamervragen worden (nog) niet gesteld. Dat zou vijftig jaar geleden, toen filosofen het bedachten, misschien wel anders zijn geweest.


Vloek of zegen?


Op dit moment lijken de meeste voorstanders van abortus nog vast te houden aan het idee dat een ongeboren kind geen mens is. Maar de minderheid die daar veel extremer over denkt, groeit langzaam, zo blijkt uit onderzoek naar de mening van Nederlanders. In 2016 vond twee procent van de Nederlandse bevolking dat abortus is toegestaan tot de geboorte. In 2022 steeg dit naar vijf procent bij sociale redenen en 18 procent in geval van afwijkingen bij het kind.


Bij onvoldoende tegengeluid wordt deze verschuiving dan ook een levensbedreigende vloek. Dan zal die minderheid immers gestaag doorgroeien totdat de meeste mensen accepteren dat sommige mensen nu eenmaal gedood mogen worden omdat het recht van de sterkste prevaleert. Maar het feit dat deze extreme visie steeds vaker klinkt, kan ook een vermomde zegen zijn. Want meer kennis over de oorsprong van leuzen als ‘baas in eigen buik’ kan leiden tot een terugtrekkende beweging van het middenkader. De prolife beweging moet zich dus haasten om een licht te laten schijnen op de afglijdende maskers van pro-choice activisten.


Dit artikel verscheen eerder op de website van NPV - Zorg voor het Leven

door Chris Develing 06 jun, 2024
Nour Girgis en Abdulbaqi Saeed zijn twee christenen in Egypte. Ze zijn opgepakt omdat ze betrokken zouden zijn bij een Facebookpagina waarop getuigenissen worden gepromoot van ex-moslims die christen werden. Daarnaast wordt er gezegd dat ze zich "schuldig" hebben gemaakt aan evangeliseren. De vrijheid van geloof wordt met voeten getreden door de Egyptische overheid, die zelfs een link probeert te leggen met terrorisme en met de "misdaad" van blasfemie tegen de islam. De mannen zitten al vast sinds 2021 en hebben nog altijd geen rechter gezien. Tijd voor actie! Hieronder zet ik een standaard e-mail, die je kunt sturen naar de Egyptische ambassade. Hoe meer mensen deze klacht opsturen, hoe beter. Laten we druk zetten op de Egyptische overheid, vooral omdat de Nederlandse overheid dit niet doet, zodat deze mensenrechtenschending zo snel mogelijk voorbij is. De mannen leven onder lastige omstandigheden en zouden lijden aan allerlei fysieke mankementen als gevolg van gevangenschap en marteling. Voor meer informatie over de situatie van Nour en Abdulbaqi, zie de website van ADF International, die met advocaten pogingen doen om de mannen vrij te krijgen. Maar onderneem zelf ook actie! Stuur onderstaande e-mail naar info@ambeg.nl om de Egyptische ambassade te bereiken : Dear Mr. first secretary, Mr. Hussein, I would like to bring to your attention the cases of Nour Girgis and Abdulbaqi, two men who are held in Egyptian prison cells since 2021. Their situation is dire and they need your help. They have been held for so long because the Egyptian government suspects them of promoting testimonies of people who have converted from Islam to Christianity. International law protects the religious freedom of people who want to choose their own religion and ensures that they can speak about it openly. Therefore, I would like to ask your help to resolve this injustice and call for the release of these men if no further evidence of actual wrongdoings can be brought forward. I remind you that in the Netherlands you enjoy the very freedom that is denied to Nour and Adbulbaqi. You are free to start any website and share testimonies of people converting to Islam after denouncing Christianity. You are free to even stand outside and try to persuade anyone you meet (even our king and queen) to take the Shahada and come to Islam. I ask you to treat Christians the way you are treated by Christians in this country. For more information on their cases, see: https://adfinternational.org/news/egypt-christians-detained I beg you to make the effort of addressing the cases of Nour and Abdulbaqi in your homeland so that they can be set free. Kind regards, *je naam* (optioneel) (Arabische tekst volgt mogelijk nog. Bent u in staat bovenstaande tekst te vertalen naar het Arabisch? Neem dan contact met mij op via info@chrisdeveling.nl )
door Chris Develing 08 feb, 2024
Waarom zou je een kind nieuwsgierig willen maken naar het geslachtsdeel van een volwassene? FunX vindt dit blijkbaar geen probleem.
door Chris Develing 29 dec, 2023
Herziening van de discussie rondom NRC’s feitencheck: “Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan Afrikaanse slaven in de VS” (uitgebreide versie) De afgelopen jaren was er veel te doen over het artikel ‘NRC checkt: ‘Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in de VS’’. NRC concludeerde dat deze uitspraak, van de Amerikaanse geleerde Thomas Sowell, ‘waar’ is. Later werd dat gerectificeerd, na venijnig commentaar van twee Nederlandse historici. Het NRC zou volgens hen nepgeschiedenis in stand houden. Maar bij het lezen van alle betrokken stukken viel mij juist iets anders op: de historici zijn gekleurd in hun mening en plegen roofbouw op de geschiedenis. De aanleiding voor de controverse was een zorgvuldig betoog van Sowell, waarin de Afro-Amerikaanse geleerde waarschuwt voor het selectief filteren van historische feiten. Dat kan namelijk eenzijdige analyses in de hand werken, zoals het idee dat er maar één soort geïnstitutionaliseerde slavernij bestond: die door Europeanen en Amerikanen, met de Afrikaan uitsluitend als slachtoffer. Zijn uitspraak over witte slaven, die dankzij zo’n selectieve filtering door scholen en media in de vergetelheid zijn geraakt, moet dan ook worden gezien als een oproep tot meer balans in ons historisch perspectief. Misvattingen en misrepresentaties De wisselwerking tussen NRC en de historici is helaas erg slordig. Dat begon al bij de titel van het oorspronkelijke artikel. Het citaat dat NRC checkt betreft namelijk een ongelukkige vertaling van de daadwerkelijke uitspraak. Volgens de krant zou het gaan om de uitspraak "Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in Noord-Amerika". Maar Sowell schreef in het bewuste artikel het volgende: "Just as Europeans enslaved Africans, North Africans enslaved Europeans - more Europeans than there were Africans enslaved in the United States and in the 13 colonies from which it was formed." Als eerste valt op dat NRC over "zwarte" slaven spreekt tegenover "Europese" slaven. De altijd zorgvuldige Sowell houdt de categorische balans wel in evenwicht, door te spreken van Afrikaanse en Europese slaven. Maar het gaat vooral mis bij de vertaling van het woord "enslaved". Doorgaans verwijst dit woord naar het proces van ontvoering en tot slaaf maken van een eerste generatie slaven. Na ruggespraak met een kennis, een Amerikaanse kruistochten historicus, werd dit nog eens bevestigd. En mocht dat niet voldoende overtuigen, dan hebben we nog het boek waarin Sowell ditzelfde argument op een meer eenduidige manier verwoordde: In 'Intellectuals and Race', hoofdstuk 7, schreef Sowell het volgende: "Pirates alone transported a million or more Europeans as slaves to the Barbary Coast of North Africa - at least twice as many European slaves as there were African slaves transported to the United States and to the thirteen colonies from which it was formed." Dit citaat maakt duidelijk dat het Sowell te doen was om het ontvoeren en transporteren van slaven en niet de eventuele latere groei van de slavenpopulatie. Dat is begrijpelijk als je beseft dat het al dan niet bestaan van een natuurlijke groei van de slavenpopulatie niet zomaar kan worden aangenomen als een meer positief of negatief kenmerk van het betreffende slavernijsysteem. Toch wilden de Nederlandse historici, die Sowells onderscheid wel leken te begrijpen, inzoomen op de totale aantallen. Hiermee lieten ze mogelijk blijken dat ze het betoog van Sowell niet op waarde hadden geschat. Onterechte rectificatie Voor de duidelijkheid: Sowells bewering was wel degelijk correct: Meer Europeanen werden in de periode 1500-1900 naar Noord-Afrika ontvoerd dan Afrikanen naar de toenmalige dertien koloniën van de VS. Beide slavenaantallen zeggen iets over de mate van import naar beide regio’s. Het is een legitieme stelling en zeker geen misleiding, zoals de historici lijken te stellen. Het feit dat NRC op 7 december 2017 opeens beweerde dat Sowells bewering toch onjuist is, kon dan ook alleen maar hout snijden als ze zijn uitspraak vermaakten tot een stroman: "...dat er meer Europeanen tot slaven werden gemaakt in Noord-Afrika dan dat er zwarte slaven waren in de latere Verenigde Staten". Wederom val ik over de categorische verschuiving van Afrikanen naar zwarten tegenover de Europeanen, maar ze schrijven ook ten onrechte dat Sowell over totalen sprak. Om te begrijpen waarom Sowell dat niet deed en specifiek doelde op eerste-generatieslaven binnen een specifieke tijdspanne, moet men begrijpen wat hij beoogde met zijn artikel. De enige “misleiding” van Sowells kant is de vermoedelijk bewuste selectie van twee willekeurige rassenverhoudingen en gebieden waarmee hij, al spiegelend, wijst op zijn rode draad: spelen met historische feiten kan ieder politiek doel dienen. Sowell weet natuurlijk dat beide aantallen slechts een beperkt onderdeel waren van twee systemen met een immense geografische en numerieke omvang. De relatief korte tijd waarin de trans-Atlantische slavernij miljoenen Afrikanen onderwierp, getuigt van haar groteske aard. Onder de streep ontloopt de Arabische slavenexport haar echter nauwelijks, mede omdat deze veel langer heeft geduurd. Alleen al in de negentiende eeuw werden twee miljoen zwarte Afrikanen geëxporteerd naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Foute herberekening Hoewel de hele discussie tussen NRC en de historici gebaseerd was op wederzijdse misverstanden met betrekking tot Thomas Sowells werk, wil ik hun verdere "openbare dialoog" toch graag bespreken, omdat de geuite moeite met Sowells uitspraak interessante denkbeelden lijkt te onthullen. Zo was er de opmerkelijke herberekening van de (totale) slavenaantallen. Zomaar werd het Amerikaanse exportcijfer vermeerderd met alle generaties die daarna in slavernij werden geboren, terwijl dit bij het Noord-Afrikaanse cijfer werd nagelaten. Alsof er in drie eeuwen niet één Europees kind in slavernij werd geboren. Natuurlijke groei van de slavenpopulatie Het duo kan best verwijzen naar het feit dat er in Noord-Afrika veel minder mensen in slavernij werden geboren. Maar zonder kanttekening over de redenen hiervoor is dat argument misleidend. Die waren namelijk niet louter positief. Denk aan de ongeëvenaarde macht die Noord-Afrikaanse slavenmeesters hadden over de seksualiteit van hun slavenpopulatie. Dit kenmerkte zich bijvoorbeeld door relatief veel castraties. De baños, waar Europese mannen, zonder enige interactie met vrouwen, als dieren werden gehouden, zorgden logischerwijs ook voor een sterk verminderde natuurlijke groei. Historicus Paul Lovejoy schreef in 2012 dat “de kenmerken van geleidelijke assimilatie en emancipatie [in de islamitische staten] overeenstemden met de macht van slavenmeesters om de mate van seksualiteit en voortplanting van een populatie naar hun hand te zetten”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat mooie vrouwen en gecastreerde mannen met name in de islamitische rijken in trek waren. De versnelde emancipatie van vrouwen – de grootste categorie slaven in Noord-Afrika – en hun nazaten was bovendien een reden voor het steeds aanvullen van de slavenpopulatie. Ook andere oorzaken, zoals de veronderstelling dat veel vrouwen niet meer konden voortplanten als gevolg van voortdurende seksuele dwangarbeid, zouden een rol hebben gespeeld in een langzamere natuurlijke groei (Lovejoy, 2012). Vrouwen werden naast hun werk in de bediening ook vaak gebruikt als bijvrouw. Daarbij hadden de islamitische eigenaren bij wet recht op seksueel genot van hun slavinnen (Lewis, 1990). Ze konden slechts op een verhoogde status hopen als zij een kind kregen van hun meester, mits deze het erkende. Zulke kinderen werden vaak meteen geadopteerd en dus niet in slavernij geboren. Ook kon de moeder, na de dood van haar meester, rekenen op vrijheid. Het is echter waanzin om dit te laten gelden als positieve oorzaak van een langzaam groeiende slavenpopulatie. Slavendrijvers verdienen immers geen pluspunten voor de verhoogde status van slavinnen die zoiets moesten ondergaan. Die geven we ook niet aan Amerikaanse meesters, die dikwijls een Oom Tom met privileges tolereerden. En wanneer zij kinderen verwekten bij hun Afrikaanse slavinnen wordt bovendien moeiteloos uitgegaan van directe of indirecte seksuele dwang. Waarom zou dit anders zijn voor de Arabische meesters in Noord-Afrika? Dit soort nuanceringen lijkt aan de historici voorbij te gaan. In een ander artikel noemen ze Sowells uitspraak zelfs fake news en “historische onzin op het internet”. Je moet het maar durven opschrijven over een bejaarde geleerde die meer boeken schreef dan een gemiddelde vierdejaars student geschiedenis leest. Als je daarbij bedenkt dat Sowell als socioloog meerdere historische thema’s behandelde, kun je haast niet anders dan je afvragen hoe onpartijdig het duo is. Dat blijkt ook uit het feit dat ze Sowell nergens socioloog noemen, maar “conservatieve econoom” of kortweg “schrijver”. Zo framen ze zelfs Sowells recht van spreken als academicus, vermoedelijk om hun inhoudelijk tegenvallende respons beter te laten landen. De mythe van een betere behandeling De Nederlanders hadden ook een generaliserend antwoord op Sowells legitieme standpunt dat galeislaven in Noord-Afrika het slechter hadden dan plantageslaven in de VS. Want volgens de historici was slavernij in de VS als geheel juist “van een duidelijk ander karakter”. Dit beschouw ik als codetaal voor: “het viel allemaal wel mee met die Noord-Afrikaanse slavernij”. Daarmee doen ze zelf iets waar ze Sowell van beschuldigen: moreel onderscheid maken tussen twee volken en hun slavernijsystemen. Wanneer we echter spreken van vele miljoenen slaven en gruwelpraktijken aan beide zijden, oogt iedere wedijver om de titel van meest of minst erge slavendrijver pervers. Sowell vergeleek specifieke slavencategorieën omwille van een meer gewogen oordeel over de hele linie, in reactie op de scheve verhouding die hij meent te zien in het publieke domein. Of dezelfde motivatie leeft onder de historici is voor mij nog dubieus. De verlichte woorden van wijlen historicus Bernard Lewis bieden een fraai contrast: “Het is niet mijn doel om een morele competitie op touw te zetten…maar om de claims van exclusieve deugd en exclusieve ondeugd te weerleggen en te wijzen op een gemeenschappelijk falen in onze gemeenschappelijke menselijkheid.” Bernard Lewis noemde het een variant van the white man’s burden, om de Arabische slavernij niet te zien voor wat het was: de ontvoering van rond de 10 miljoen slaven in 1000 jaar, zijnde voornamelijk vrouwen en kinderen, waarbij mannen relatief vaak werden gecastreerd (Gordon, 1989; Austin, 1979; Lovejoy, 2012). Het is even arrogant als onjuist om vast te houden aan het idee dat de witte mens, ditmaal door middel van zelfopgelegde schuld, verantwoordelijk is voor het lot van andere volken, aldus Lewis. De inmiddels achterhaalde mythe, dat het slavenleven in Amerika altijd slechter was dan in Afrika, is mede ontstaan door kromme vergelijkingen van geschiedschrijvers in de negentiende eeuw. Zij kwamen dikwijls terug uit Afrika en het Midden-Oosten met het idee dat er geen plantageslavernij bestond in de Arabische gebieden. Zij zagen alleen huiselijke slavernij, waarbij slaven meestal een beter leven leidden. Buiten hun gezichtsveld, voorbij de grote steden waarin ze verbleven, bestond echter wel degelijk economische slavernij. Lewis beschreef ook dit sprookje over een meer humane Arabische slavernij treffend als “een Europese uitvinding die een Europees doel dient”. Wanneer deze nu nog opduikt, moet er haast sprake zijn van selectieve filtering ten bate van een politiek doel. Dat is precies waar Sowell voor waarschuwde. Gevolgen voor vandaag De historici hadden veel te vertellen over de gevolgen die nazaten van slaven nu ervaren in de westerse landen waar ze als minderheid leven. Die impact is reëel en mag zeker niet worden afgezwakt. Maar ook hier mis ik een oprechte hunkering naar balans. Die is bijvoorbeeld te vinden in de impact die het slavernijverleden op de noordelijke helft van Afrika heeft, door nog steeds te bestaan. In Mauritanië worden jaarlijks vele sub-Sahara slaven geboren en ook Libië maakt momenteel (2018) haar zoveelste opleving van slavernij door. Dan is het legitiem om te vragen waarom slavernij in Noord-Afrika zo lang kon doorgaan. Wellicht is een voornamelijk religieuze scheiding tussen slaaf en vrij mens moeilijker af te leren dan een racistische. Deze scheiding is immers niet uit de lucht gegrepen, maar betreft een imitatie van de profeet en stichter van de islam, die zelf vele slaven had. Misschien kwamen racistische en religieuze slavernij geregeld samen in de islamitische staten, zoals uit allerlei historische documenten blijkt, waardoor zwarte Afrikanen in het huidige Tunesië en Marokko nog steeds kampen met een niveau van racisme dat in het huidige Amerika ondenkbaar is. Het moet dan ook gezegd worden dat racisme wel degelijk deel heeft uitgemaakt van de Arabische slavernij. Dat blijkt uit het feit dat sommige zwarte volkeren in Afrika, ondanks hun door de Sharia'a beschermde status als moslim, tot slaaf zijn gemaakt door Arabische overheden. Dit leidde bijvoorbeeld tot verzet van de beroemde zwarte moslimgeleerde Ahmad Baba uit Timboektoe, die herhaaldelijk schreef dat alleen niet-moslimvolkeren tot slaaf mochten worden gemaakt en dat sommige Islamitische overheden uit zijn tijd zich derhalve vergisten wanneer zij zwarte moslims alsnog minder rechten gaven dan geloofsgenoten met een lichtere huidskleur. Referenties naar dit soort ongemakkelijke feiten moeten niet worden gezien als jij-bak maar als een oproep tot minder selectieve filtering van historische en actuele feiten. Over het feit dat het Westen aan de wieg lag van de afschaffing van slavernij in veel islamitische landen, zul je de historici ook niet horen. Maar het is een cruciaal feit, omdat moslimlanden volgens veel geleerden (Lewis, Lovejoy, Gordon, Clarence-Smith, N'Diaye e.a.) niet stonden te springen om hun slaven vrij te laten. Een afschaffingsbeweging, zoals die van christenen in het Groot-Brittannië, was nagenoeg niet-bestaand. De emancipatie werd bereikt met keiharde westerse diplomatie. Dan is het niet vreemd dat er nog steeds maar weinig islamitische historici zijn die het aandurven om dit onderwerp aan te snijden. Bernard Lewis schreef dat het aantal studies naar de slavernij in het Midden-Oosten op één velletje passen, terwijl er duizenden boeken te vinden zijn over de Griekse, Romeinse en trans-Atlantische slavernijen. Toch moet het Westen zich, volgens sommigen, nog altijd meer schamen dan andere culturen. Het is echter de vraag welke regio de meeste achterstand heeft op het gebied van het erkennen en herstellen van de problematische geschiedenis en welke daarin het meest vooruitstrevend is geweest. Morele weegschaal Het heeft er alle schijn van dat enige fixatie op een moreel onderscheid slechts leeft bij de Nederlanders en niet bij Thomas Sowell. Bij het vinden van een passend antwoord op hun onderscheid – dat gevaarlijke gevoelens van superioriteit kan oproepen – is het de vraag wat nu wijsheid is. Is het verwerpelijker dat veel mensen in slavernij werden geboren, of dat deze er juist niet kwamen vanwege gedwongen adoptie na verkrachting en belemmeringen in de voortplanting? Hetzelfde kan gevraagd worden wanneer we castratie, seksslavernij en geïsoleerde slavenkampen plaatsen tegenover de martelpraktijken van de Amerikaanse slavenmeesters. Wat mij betreft is de “wijsheid” dat een moreel onderscheid beter achterwege kan worden gelaten. Sowell riep op tot een dergelijke balans, omdat deze in het Westen lijkt te ontbreken. Dat deed hij met een prikkelende stelling, waarop de historici vermoedelijk het eigen morele onderscheid projecteerde. Het gevolg was een denkbeeldige strijd, die slechts bijdroeg aan het blootleggen van hun eigen ideeën over ras en identiteit. Literatuur Lewis, Bernard; ‘Race and Slavery in the Middle East’, Oxford University Press (1990) Lovejoy, Paul, E.; ‘Transformations in Slavery, a History of Slavery in Africa’, derde editie (2012), Cambridge University Press Gordon, Murray; ‘Slavery in the Arab World’; New Amsterdam Books (1989) Davis, Robert C.; ‘Christian Slaves, Muslim Masters: white slavery in the Mediterranean, the Barbary Coast and Italy, 1500-1800’; Palgrave Macmillan (2003) Clarence-Smith, W.G.; ‘Islam and the Abolition of Slavery’; Hurst & Co. (2006) N'Diaye, Tidiane; ‘Der verschleierte Völkermord’; Rowohlt Verlag (2010) Sowell, Thomas; 'Intellectuals and Race' (2013 Primaire islambronnen: Sahih Bukhari, Sahih Muslim, Sunan an-Nasa’i
door Chris Develing 06 dec, 2023
Veel moslims bekritiseren Israël voor het rigoureus bombarderen van terroristische doelwitten, klinkt vreemd als je weet hoe er in de Islam naar het oorlogsrecht wordt gekeken.
door Chris Develing 07 sep, 2023
Muslims have been accused of bribing people to join Islam or to stop criticism on the religion. Is there a theological basis for such claims? Find out in this article.
door Chris Develing 23 aug, 2023
Ben je verplicht een ander mens in leven te houden? Volgens velen wel, als ze zich buigen over het recente bergklimschandaal op de K2. Maar geldt dat ook voor andere morele dilemma's, zoals abortus?
MEER ARTIKELEN
Share by: