Voice of Holland: het probleem met idolen en bewonderaars
Als de enige les uit de affaire bij the Voice of Holland luidt dat mannen met macht zich moeten inhouden,
komen we bedrogen uit

Idols was de eerste moderne talentenjacht in een reeks wereldwijde succesformules. X-factor, Popstars en the Voice of Holland namen het stokje snel over, maar in de naam van die eerste zit een belangrijke link met de beerput van die laatste.
Afgoderij
Een idool is eigenlijk een afgodsbeeld. Zo wordt de term nog altijd gebruikt door studenten van religieuze geschriften. Het is per definitie iets of iemand die wordt verafgood en verheven boven andere mensen. Je dweept als het ware met een idool, want hij overstijgt, in de beleving van zijn bewonderaars, al het vergankelijke dat hun eigen levens kenmerkt.
Een idool is ook per definitie machtig, kijk naar de gegijzelde wil van de bewonderaars. Ze lijken in trance wanneer ze hun idolen zien; in extase als ze hen in levende lijve ontmoeten. Hun lichamen trillen, hun pupillen staan wijd. En het idool lijkt, als hij dat wil, alles met ze te mogen doen.
Gelukkig ontwaken mensen ook weleens uit hun trance, maar soms is dat veel te laat. Nu pas beseffen veel van de Voice-slachtoffers dat hun idool of superieur helemaal niet boven anderen staat en daarom fout was toen hij haar betaste, aanrande of erger. Eén jonge vrouw zei het treffend in het programma van BOOS: “Wat hij wilde doen, moest gebeuren. Zo voelde het.” Daarom liet ze Ali B. zijn gang gaan. Zijn begeerte telde meer dan die van haar, ook al had hij haar lichaam ervoor nodig. Zij is maar een mens, hij een idool.
Dit leidt tot allerlei excessen. Ouders die hun kinderen wekenlang toevertrouwen aan een wereldvreemde man, puur omdat hij Michael Jackson heet, bijvoorbeeld. Maar je ziet het ook bij mensen met aanzien binnen een kleinere gemeenschap, zoals een predikant, imam of leidinggevende. Als er met bewondering naar deze mensen wordt opgekeken, hoeft er slechts een kwade intentie in hen te groeien en het misbruik kan beginnen.
Collectief terugslaan
Dat zie je ook aan de achterkant van deze tragedies, omdat er zo weinig aangifte wordt gedaan. Slachtoffers zijn bang nogmaals te worden geslachtofferd. “Hoe durf ik het op te nemen tegen deze god? Zoveel mensen kijken op naar deze icoon. Misschien ligt het aan mij!” Het zijn de kwellende gedachten van een eenzame geest, die werd opgeslokt en uitgespuugd door een alom geprezen afgod. Daarom is terugvechten vaak alleen mogelijk in collectieve gedaante. Als één lichaam moeten slachtoffers een vuist opheffen tegen de valse goden, die zich uitsluitend kunnen voeden met onzedelijke offers. Het lijkt wel een sprookje, maar wie zegt dat sprookjes niet rechtstreeks uit de realiteit komen?
Archetypische iconen, zoals afgoden, worden door een rechtvaardig collectief verslagen en afgewezen. Maar dat collectief moet ook berouwvol zijn, om toekomstige terugval te voorkomen. Als de enige les uit de affaire bij the Voice of Holland luidt dat mannen met macht zich moeten inhouden, komen we bedrogen uit. We moeten ook leren dat geen mens zoveel eer verdient dat hij boven ons uitstijgt. Hoe religieus de ervaring ook is, wanneer je naar ze kijkt en luistert, er moet een stem zijn die zegt dat het maar een mens is. Want het idool bestaat niet zonder zijn bewonderaars en een bekwame “herder” wijst iedere lofprijzing direct af!
“ik ben slechts een mens”
Marcus Aurelius schijnt dit te hebben begrepen. Wanneer de Romeinse keizer op ongezonde wijze werd geprezen, liet hij een dienaar in zijn oor fluisteren: “Je bent slechts een mens”. Wat hij naliet, is dit inzicht ook met de bewonderaars te delen, terwijl de boodschap voor hen nóg belangrijker is! Zowel het potentiële idool als de bewonderaar moeten bewust omgaan met hun rol in het proces. Bij hen ligt de plicht om de relatie vanaf het begin gezond te houden.
Twee andere historische figuren deden het beter dan Aurelius. De apostelen Barnabas en Paulus werden door een aantal mensen als goden vereerd vanwege hun goede daden (en met goede daden wordt niet eens bedoeld dat ze semi-mooi konden zingen). Ze lieten direct weten hier niet blij van te worden, door hun kleren in afschuw kapot te scheuren en te roepen: “Vrienden, wij zijn slechts mensen net als jullie!”.
Dát hadden Ali en Marco B. moeten doen bij de eerste signalen van bewondering! Weglopen, met hun handen over hun oren: “Alsjeblieft, prijs mij niet. Want ik ken de duistere inhoud van mijn diepste verlangens!”
Spannend he, zo’n "sprookje"? Elders in de Bijbel is er zelfs een engel die het neerknielen van Johannes resoluut afwijst. Want ook hij is die eer, naar eigen zeggen, niet waard.
De apostelen en de engel hadden ook wel een flink voordeel, dat geef ik toe. Zij wisten dat er altijd, maar dan ook altijd, Iemand boven hen staat – en boven al het andere binnen de schepping. En zo blijkt maar weer: al zou God niet bestaan, het is nog steeds een goed idee om Hem alle eer te geven.
Een eerdere versie van dit artikel werd reeds gepubliceerd op The Post Online.




