Chris Develing • 17 december 2022

Waarom zijn sommige influencers opeens positief over de islam?

"Zou er meer mee gemoeid kunnen zijn dan we op het eerste oog zien?"

De laatste tijd valt het op hoeveel invloedrijke mensen tot de islam bekeren of positief beginnen te spreken over de religie. Op het eerste oog is daar niets vreemds aan. Mensen bekeren zich aan de lopende band, of het nu om een religie gaat of om een andere kijk op het leven. Maar in deze gevallen wordt er bijzonder veel commerciële aandacht aan besteed. Zou er meer mee gemoeid kunnen zijn dan we op het eerste oog kunnen zien?


Een internationale trend


Andrew Tate is misschien wel het bekendste voorbeeld. De rijke influencer was ooit vrij kritisch op de islam. Zo noemde hij de leden van IS de ware moslims, omdat alles wat zij doen in de Koran zou voorkomen. Later werd hij juist positief, door onder meer te stellen dat de islam de enige religie is die de moderne tijd zal overleven. Daarbij maakte hij duidelijk dat zijn steun aan een religie strategisch wordt bepaald, aangezien hij tot dan altijd veel geld zei te schenken aan de Orthodoxe kerk in Roemenië omdat deze volgens hem zo machtig is. Weer een poos later kwam het nieuws dat hij is bekeerd tot de islam. Vervolgens was hij veel te zien in rijke Arabische landen waar hij belangrijke mensen ontmoette.


In Nederland kenden we de gevallen van Arnoud van Doorn en Joram van Klaveren al. Beiden waren ooit onderdeel van de PVV en hadden derhalve veel kritiek op de islam. Dat veranderde door ervaringen met moslims en een studie naar de religie, zo vertelden ze. Ook zij waren na hun bekering overigens veel te zien in Saudi-Arabië waar veel deuren voor ze open leken te gaan tot aan 'het hoogste niveau'. Dit kan te maken hebben met hun bijzondere bekeringsverhaal, maar er kan ook iets anders aan de hand zijn. Meer recent zagen we een soortgelijke verandering bij weer een andere influencer. Donny Roelvink vond naar eigen zeggen rust bij de islam na een afgrijselijk ongeluk. Zijn broer Dave verdiept zich nu ook in de Islam.


Hoe komt het dat mensen met veel invloed opeens de islam omarmen en hier op vele plekken mee promoten? Het korte antwoord is dat niemand dat weet behalve deze mensen zelf. Er is dan ook veel voor te zeggen om hun getuigenis gewoon voor waar aan te nemen. Normaal gesproken zou het ook nogal complotterig zijn om überhaupt al te denken aan een ander scenario dan een oprechte interesse of bekering richting een godsdienst. Maar de islam zou de islam niet zijn als daar niet toch een aantal theologische nuances bij gemaakt konden worden.


De islam koopt al eeuwen invloed


Binnen de islam heb je voor bijna alles regels. Van hoe je naar het toilet moet tot welke mouw van je trui het eerst moet worden aangetrokken. Zo zijn er ook regels die vertellen wie er allemaal geld mogen ontvangen vanuit de islamitische fondsen. De zakatbelasting, die iedere moslim moet afdragen, moet volgens de Koran worden uitgegeven aan zo’n acht categorieën van ontvangers, zo lezen we in Soera 9 vers 60. De meeste mensen denken dat het alleen naar de armen gaat, maar in werkelijkheid gaat het ook naar de hulpbehoevende reiziger, de mensen die de zakat innen, om slaven vrij te kopen, et cetera.


Eén van de minst bekende categorieën is de groep die wordt aangeduid met de term mu’allafat qulubuhum oftewel: zij wiens harten verzoend worden. Dit zijn doorgaans niet-moslims die geld of giften mogen ontvangen als redelijkerwijs mag worden verwacht dat dit het laatste duwtje is waarmee ze de islam betreden. Dat niet alleen, het kan ook gaan om mensen die kritisch spreken over de islam. Om het imago van de islam te bewaken mogen ook die mensen giften ontvangen zodat zij stoppen met hun aanvallen op de islam.


De theologische bronnen


Dit zijn uiteraard niet mijn eigen verzinsels bij een wat vage term uit de Koran. Primaire theologische bronnen binnen de islam spreken met enige regelmaat over dit fenomeen. Zo is er de hadith-literatuur, waarin het leven en de uitspraken van Muhammad en zijn metgezellen zijn gedocumenteerd. Daarin treffen we aan hoe Muhammad goud gaf aan niet-islamitische legerleiders die onderdeel uitmaakten van zijn militaire alliantie. In de overlevering lezen we dat bepaalde moslims hier met argusogen naar keken en verhaal haalden bij Muhammad. De vermeende profeet liet daarop weten dat hij ‘hen geeft om hun harten aan te trekken voor de islam’.


Dit verhaal wordt bevestigd in de beroemde historie van Al Tabari1 waarin staat dat Muhammad giften schonk aan mensen van een bepaalde status om hun harten voor zich te winnen. Hierdoor wordt duidelijk dat mensen met veel invloed een bewuste doelgroep waren voor Muhammad.


Waarom dat is, wordt vervolgens weer duidelijk in de oudste biografie over zijn leven, waar we lezen dat ‘de Apostel giften gaf aan zij wiens harten moesten worden gewonnen, met name de leiders van het leger, om hen voor zich te winnen en via hen hun volkeren.’2


Wanneer is het omkoping?


Voor mensen die al wisten dat de islam een duidelijk politiek component bevat is dit misschien niet zo’n verrassing. Het is zelfs gewiekst om de invloed van je eigen staat te vergroten door ervoor te zorgen dat invloedrijke mensen zich erbij aansluiten. Dankzij de bekering van deze mensen zouden nog veel meer mensen de stap maken om zich bij de islamitische staat aan te sluiten, zo was de verwachting.


De vraag is in hoeverre dit omkoping betreft. Bij omkoping gaat het om een transactie waarmee wordt verwacht dat de ontvangende partij iets doet of juist laat dat diegene normaliter anders zou doen. Niet duidelijk is of de ontvangende partij ook op de hoogte moet zijn van de intenties van de giftgever. Puur op basis van die motivatie zou je wat mij betreft kunnen spreken van een poging tot omkoping. Het gaat de persoon immers niet om een oprechte bekering van zijn doelwit maar om het vergroten van de invloed van de islam. Dat blijkt ook de uitleg van veel geleerden, zoals Ibn Rushd en anderen, die stellen dat deze categorie van zakat-ontvangers vervalt zodra de islamitische staat weer sterk is en dit soort zaken niet nodig heeft om invloedrijk te zijn.


Niet-moslims die al positief zijn over de islam kunnen dus een gift ontvangen om ze het laatste duwtje te geven waardoor de islam eigenlijk onweerstaanbaar wordt. Dit hoeven overigens niet altijd rijke mensen te zijn met invloed. Het geld mag ook naar mensen gaan die in financiële nood zitten. Dit kun je echter geen oprechte liefdadigheid meer noemen, als de keuze voor iemand die hulp ontvangt, afhangt van de waarschijnlijkheid dat deze persoon bekeert tot de islam.


Het afkopen van islamkritiek


Volgens de beroemde Egyptische geleerde Al Qaradawi is het ook mogelijk om mensen giften te geven zodat ze hun kritiek op de islam inslikken of positief gaan spreken over de islam. Ook de Pakistaande geleerde Maududi schreef hier heldere taal over in zijn exegese van Soera 9 vers 60. Een soortgelijk oordeel treffen we aan in de werken van Al-Mawardi en Salih al Fawzan. Hiervoor baseren ze zich op hadithbronnen waarin mensen aan Muhammad vroegen om iets te mogen ontvangen voor hun bekering. Soms zeiden ze erbij dat ze slecht over de islam zouden praten als ze niets zouden krijgen.3


Op basis van die voorbeelden geloven deze geleerden dat je mensen ook pro-actief mag benaderen om te stoppen met het lasteren van de islam. Het is moeilijk te ontkennen dat het hierbij gaat om omkoping, in elk geval wanneer beide partijen volledig begrijpen wat ze van elkaar willen.


Vooral moslims kunnen dit lastig tegenspreken, omdat zij doorgaans wel erkennen dat het omkoping was toen Muhammad een soortgelijk voorstel kreeg van de Quraish.4 Deze afgodendienaren waren Muhammads gepreek zat en waren bereid hem rijk te maken als hij maar zou stoppen met het beledigen van hun goden en het belachelijk maken van hun levensstijl. Het geven van giften zodat mensen stoppen met het aanvallen van de islam is uiteraard precies hetzelfde.


Vandaag de dag zijn er vele soorten mensen met invloed. Denk daarbij zeker niet alleen aan de YouTubers en bekendheden, die ons gemakkelijk in het oog springen. Ook politici op zowel nationaal als internationaal niveau hebben op hun manier veel invloed waardoor ze kunnen vallen onder de doelgroep van mensen wiens harten verzoend kunnen worden, bijvoorbeeld door voor de islam en moslims gunstige stemmen uit te brengen.


The National Zakat Foundation


The National Zakat Foundation is een internationale stichting die zakat collecteert onder moslims om deze vervolgens op de islamitische manier uit te geven. De veelgeprezen Amerikaanse imam Zaid Shakir is verbonden aan de stichting en legt in een video uit welke groepen mensen in aanmerking komen voor het ontvangen van zakat. De meeste tijd besteed hij aan de groep die we hier bespreken.


Voor de uitleg dat het hierbij kan gaan om mensen die een laatste duw nodig hebben om de islam te aanvaarden, schetst hij een scenario waarin mensen door een orkaanramp hulpbehoevend zijn geworden. Vervolgens komt de nationale zakat stichting ze geld brengen, waarna ze zouden beseffen dat de islam een prachtige religie is en de bekering een feit wordt. Ook legt hij uit dat het geld kan worden uitgegeven aan mensen die de islam of moslims schade berokkenen. Hier ziet u een foto van oud-PVV’er Joram van Klaveren samen met Zaid Shakir tijdens een islamitisch evenement.


Wat zeggen de geleerden?


Ook een rondje langs de fuqaha, oftewel de juristen van de islam, laat zien dat deze lezing van de bronnen altijd al wijdverspreid moet zijn geweest. Neem een Maliki-jurist als Ibn Rushd, de Shafi’i-juristen Al-Mawardi en Al-Nawawi, de Hanbali-jurist Salih al Fawzan en uiteraard de hedendaagse Al-Qaradawi. Allemaal erkennen ze de legitimiteit van deze praktijk.


Wel zijn er binnen de islam een paar meningsverschillen. Zo zijn sommige geleerden van mening dat deze doelgroep niet mag ontvangen uit de zakat-fondsen maar uit andere ‘potjes’. En op het eerste oogt lijkt er een verschil van mening te bestaan over de geldigheid van deze betalingen in deze tijd. Een enkele geleerde zou hebben beweerd dat het alleen gold in de tijd van Muhammad, aangezien zijn opvolgers deze praktijk hebben afgeschaft. Dit omdat Umar volgens de bronnen het volgende zou hebben gezegd:

 

‘Het klopt dat de Boodschapper van Allah (p) jullie gaf om jullie te verzoenen met de Islam, maar vandaag de dag heeft Allah zijn religie versterkt. Als je bij de islam blijft (dan is alles goed) maar als je dat niet doet, dan is er niets tussen ons behalve het zwaard.’5


De context hiervan betreft een weigering van bepaalde moslims om zakat te betalen omdat dit zou zijn afgesproken met Muhammad. Umar geeft aan dat ze van deze islamitische verplichting waren gevrijwaard toen Muhammad dat nuttig achtte om hun harten te verzoenen. Maar nu de islam sterk is, geldt dit niet langer en zullen ze aan hun islamitische plicht moeten voldoen. Zo niet, dan volgt het zwaard, zo luidt de bedreiging. Dat laatste onderstreept weer eens hoe er in de islam door de staat kan worden bepaald dat individuele moslims afvallig zijn geworden én vervolgens te maken krijgen met fysieke vervolging.


Hoe dan ook, deze overlevering duidt er volgens de meeste geleerden neit zozeer op dat het voor altijd is afgeschaft, maar dat de mu’allafat qulubuhum wel degelijk een geldige doelgroep vormen voor het ontvangen van zakat (of zoals in dit geval: het niet hoeven te betalen van zakat). Veel geleerden geloven dat dit een geldige doelgroep is zolang de islam niet in een sterke positie staat. Wanneer de islam sterk genoeg is, vervalt deze categorie volgens hen. Dit toont eens te meer aadat het geven aan deze doelgroep niets te maken heeft met liefdadigheid maar alles met de versteviging van de islam. Imam Zaid Shakir, van de nationale zakat stichting, geeft dan ook aan dat de islam in deze tijd zwak is, waardoor deze doelgroep weer giften mag ontvangen. Daarbij moet wel gezegd worden dat andere geleerden, zoals Al Qaradawi, geloven dat het hoofd van een islamitische staat in alle situaties beschikt over deze optie, dus niet alleen in tijden van zwakte.


Disclaimer


Voor de duidelijkheid: ik zeg niet dát de Roelvinkjes, Andrew Tate en anderen zijn omgekocht of werden gepaaid met geld om positiever te spreken over de islam en zich eventueel te bekeren. Maar voor een eerlijk en volledig beeld dient te worden erkend dat de mogelijkheid dat het wél zo is in elk geval niet on-islamitisch hoeft te zijn.


Voetnoten


1 Tabari, History of al-Tabari, volume 9, vertaling van Ismail K. Poonawala, p. 31
2 Ibn Ishaq, Sirat Rasul Allah – The Life of Muhammad, vertaling van A. Guillaume, p. 594
3 Al-Qaradawi, Yusuf; ‘Fiqh al Zakah’; Volume II, vertaald door Monzer Kafh; ‘Scientific Publishing Centre King Abdulaziz University, Jeddah, Kingdom of Saudi-Arabia (2000), p. 33-34
4 Sira Ibn Hisham, biography of the Prophet, vertaald door Inas A. Farid, Al-Falah Foundation, p. 48 en 50
 
5 Al Qaradawi, p. 36


Overige gebruikte bronnen


Sahih Bukhari Volume 4, Book 55, Hadith Number 558
Ibn Rushd, Bidayat Al-Mujtahid, Volume 1, vertaald door professor Imran Ahsan Khan Nyazee, p. 320
Al-Mawardi, Al-Ahkam As-Sultaniyyah, The Laws of Islamic Governance, vertaling Asadullah Yate PhD, p. 181
Al-Nawawi, Minhaj et Talibin; a manual of Muhammadan law according to the school of Shafi, vertaald door L.W.C. van den Berg en E.C. Howard, p. 277
Al-Fawzan, Salih, Dr.; ‘A Summary of Islamic Jurisprudence, Volume I, special Edition for Al-Daawah Foundation’; Al-Maiman Publishing House, Saudi Arabia; p. 363

door Chris Develing 8 juni 2025
Wie bekend is met de Socratische Methode kent wellicht ook haar sub-discipline: de Socratische Ondervraging. Door het stellen van vragen kan men een gesprekspartner laten beseffen wat de logische consequentie is van zijn stelling. Jezus gebruikte een soortgelijke methode die de Bijbel al voor Socrates liet zien en onderdeel is van de Rabbijnse methodiek. Dat zien we bijvoorbeeld aan Zijn gesprek met de rijke jongeling, dat we aantreffen in Markus 10 en Lukas 18. Deze passage wordt, vanwege de onbegrepen betekenis achter de vraag van Jezus, nog weleens door critici aangehaald om te bewijzen dat Jezus daar zelf toegeeft God niet te zijn. Maar dat is een onterechte conclusie op basis van een oppervlakkige lezing: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen.” Lukas 18:19, Markus 10:18 Bij deze passage moet worden opgemerkt dat Jezus niet zegt: “Ik ben God niet”. Hij stelt namelijk een vraag en neemt nog geen standpunt in. In plaats van de jongeling te corrigeren, komt Hij met een waarom-vraag waarmee de ander wordt uitgedaagd om na te denken over de woorden die hij uitspreekt. Dit zegt dus nog niets over het waarheidsgehalte van die woorden. Het doel van Jezus’ vraag was in feite om te toetsen of de rijke jongeling wist wie hij voor zich had. Je kunt het zien als een test waarmee Jezus de jongeling de volle betekenis laat zien van het woord goed, waarna Hij hem uitdaagt om, met die nieuwe definitie in de hand, nog eens na te denken over de waarde die hij Jezus toedicht. Daarnaast lijkt het plausibel dat Jezus de man ook wat bescheidenheid bijbracht. De kans is namelijk groot dat de man zichzelf ook als goed beschouwde, aangezien hij vond dat hij alle geboden wel zo’n beetje had gehouden. Jezus laat de man zien wat echte goedheid is, namelijk die van God. Daarmee toont Hij aan dat je zonder God te volgen zoveel geboden kunt houden als je wilt, maar dat het je dan niet zal baten. De mens is namelijk, genomen naar de standaard van God, niet goed en heeft het nodig om God te volgen. Vandaar dat Jezus de rijke jongeling opdraagt om Hem te volgen. De goede herder Behalve dit zijn er nog meer redenen waardoor we weten dat Jezus hier niet ontkende goed te zijn. In Johannes hoofdstuk 10 vers 11 en 14 noemt Hij zichzelf bijvoorbeeld “de goede herder”. Wanneer we Jezus’ uitspraken naast elkaar zetten, ligt de conclusie voor de hand: Jezus zegt in Markus en Lukas dat alleen God goed genoemd mag worden en Hij noemt zichzelf vervolgens de goede herder in Johannes. Is Jezus dan wel of niet God, volgens zijn eigen definitie van God en van Zichzelf? Dat Jezus goed is en derhalve God, valt dus niet te ontkennen. Maar hoe zit het met de titel herder? Ook die kwalificatie heeft betrekking op God. Want het Oude Testament identificeert zowel God als de Messias herhaaldelijk als herder. Dat zien we bijvoorbeeld in Psalm 23:1-2, 77:20, 78:52, 80:1, Jesaja 40:11, 49:9-10 en Ezechiël 37:24. [1] Er kan dus een sterke zaak worden gemaakt voor het idee dat Jezus zich God noemt wanneer hij aan zichzelf refereert als de goede herder. Wie moeten we volgen? Natuurlijk weten we dat de rijke jongeling Jezus op dat moment niet helemaal begreep, aangezien hij droevig vertrekt, maar dat betekent niet dat onze lezing verworpen moet worden. Het gaat erom wat Jezus iemand leert, niet wat zij daarvan begrepen hebben of opvolgen. Dit geldt met name voor gesprekken met andere mensen dan Zijn eigen discipelen, die Hij dikwijls van een toelichting voorzag wanneer zij daar om vroegen. Aan het einde van het gesprek met de rijke jongeling lijkt Jezus alsnog een direct antwoord te geven op de vraag. De jongeling vroeg Jezus wat hij moet doen om het eeuwige leven te krijgen. Na een prikkelende wedervraag en een aantal instructies, zegt Jezus: “…kom daarna hier en volg Mij. Dan zult u rijk zijn in de hemel.” (Markus 10:21) Voordat hij te horen kreeg dat hij Jezus dient te volgen, moest de rijke jongeling kennelijk eerst de kans krijgen om te beseffen Wie het dan is die hij zou volgen. Want ook de opdracht om Jezus te volgen kan worden vergeleken met de reactie die de mens moet hebben op God. Een reactie die luid resoneert door het Oude Testament: Volg alleen God. Want behalve de stelling dat alleen God goed is, kunnen we even kort zijn over de Bijbelse opdracht om alleen God te volgen: “Volg alleen de Here, uw God, en heb ontzag voor Hem, gehoorzaam alleen zijn geboden. Dien alleen Hem en houdt u aan Hem vast.” (Deuteronomium 13:4) We zien dus dat Jezus in alle gevallen juist bevestigt God te zijn en dit nergens ontkent. Dit in tegenstelling tot hetgeen critici beweren. Jezus wilde zijn gesprekspartner drie dingen laten beseffen: Dat Hij inderdaad goed is; dat Hij daarom God is en; dat de jongeling Hem moet volgen, precies zoals in het Oude Testament wordt gezegd over de Enige ware God. Soortgelijke ondervragingen Er zijn nog genoeg andere “Socratische ondervragingen” in Jezus’ bediening te vinden. We hoeven dan ook niet ver te zoeken om een soortgelijke dialoog aan te treffen. Vrijwel direct na het gesprek met de rijke jongeling stuit Jezus op een verzoek van twee discipelen: “Jakobus en Johannes, de twee zonen van Zebedeus, kwamen naar Jezus en zeiden: ‘Meester, we willen iets van U vragen.’ Hij zei: ‘Wat willen jullie dat Ik voor jullie doe?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Mogen wij alstublieft links en rechts naast U zitten wanneer U Koning geworden bent?’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘ Jullie weten niet wat jullie vragen . Kunnen jullie doen wat Ik moet doen? Kunnen jullie doormaken wat Ik moet doormaken?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Dat kunnen wij.’ Jezus zei tegen hen: ‘Jullie zullen hetzelfde doormaken als Ik en doen wat Ik moet doen . Maar Ik kan jullie niet beloven dat jullie naast Mij zullen zitten. Die plaatsen zijn voor de mensen voor wie die plaatsen bestemd zijn.'” (Markus 10:35-40) [2] Wederom beantwoordt Jezus een vraag met een wedervraag en wederom lijkt het (na een oppervlakkige lezing) alsof Hij hiermee wil ontkennen wat er wordt beweerd. Maar wat doet Jezus? Hij geeft ze gelijk. Alleen, legt hij daar wel bij uit dat Hij, beter dan de discipelen zelf, begrijpt welke betekenis schuilgaat achter hun bewering. Het feit dat Jezus dit keer meer toelichting geeft bij zijn instructies, is omdat dit zijn gewoonte was wanneer hij sprak tot Zijn discipelen. De reden dat Jezus in meer cryptische taal sprak tot andere mensen, is omdat het oordeel anders nog groter is wanneer zij alles begrijpen terwijl ze niet accepteren wat er wordt gezegd door Jezus (zie Mattheus 13). Hoe dan ook, we lezen hoe Jezus de discipelen wilde laten beseffen dat ze niet volledig weten wat ze zeggen en Hij doet dat middels het stellen van een niet-ontkennende wedervraag. Davids zoon en Heer Een ander relevant voorbeeld is het gesprek dat Jezus met de Farizeeën had over de Messias. Jezus vraagt hen: “Wiens zoon is de Messias?”, waarop zij antwoorden: “Davids zoon”. Met deze vraag onthult Jezus dat de Farizeeën niet goed begrepen wat de aard is van de Messias. Jezus vervolgt namelijk door te zeggen: “Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: ‘ De Here heeft gezegd tot mijn Here : Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.’ Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen.” (Mattheus 22:41-46) Naast het feit dat Psalm 110, waar Jezus met dit citaat naar verwijst, aantoont dat de Messias niet slechts een mens is (vers 1) en al voor David bestond, wordt het ook duidelijk dat Jezus hier leert over de Heilige Geest die David aanstuurde om dit op te schrijven. Hiermee kon Jezus de Farizeeën wijzen op hun eigen misvatting omtrent de Messias die veel meer blijkt te zijn dan slechts een mens. Resumerend De bewijzen laten zien dat Jezus nergens zegt dat Hij God niet is. Dat terwijl critici dikwijls eisen dat christenen laten zien waar Jezus letterlijk zegt “Ik ben God, aanbid mij“. Kennelijk verlangen ze dit niet voor hun eigen claims. We gezien dat Jezus een scherpe wedervraag stelt die de rijke jongeling, samen met alle lezers van de Bijbel, uitlokt tot het nadenken over zijn woorden: “Is daadwerkelijk alleen God goed? Zo ja, noemde ik dan zojuist een man God?” Deze manier van denken opent namelijk vele deuren naar de andere feiten waarmee Jezus laat zien dat Hij God moet zijn en niet slechts een profeet: Zijn vergeving van zonden, Zijn oordeel over de wereld, Zijn zondeloosheid, de aanbidding die Hij accepteerde, Zijn eenheid met de Vader. We gezien dat Jezus zichzelf goed noemt als Hij zegt dat hij “de goede herder” is. Dus waarom zou hij moeite hebben met de titel “goede meester”? We gezien dat God en de Messias beide herhaaldelijk als herder worden aangemerkt in het Oude Testament. We gezien dat Jezus ook in andere gesprekken een wedervraag stelt waarmee hij de suggestie lijkt te wekken dat de ander op een verkeerd spoor zit. Maar dan blijkt dat Jezus niet ontkent wat er gezegd wordt, Hij geeft er slechts de volle betekenis aan, om zo inzichten te verschaffen. We gezien dat Jezus met een scherpe vraag aan de Farizeeën laat zien dat Hij de Messias is die ouder is dan David en tevens zijn Heer is, ondanks dat hij ook uit zijn nageslacht komt vanuit zijn menselijkheid. Hij weerlegt de Farizeeën dus in hun gedachte dat de Messias slechts een mens zal zijn en niets meer dan dat. Voetnoten [1] Voor mensen die onervaren zijn met de Bijbel en deze passage hebben opgezocht, kan dit vers enige verwarring opleveren aangezien er staat dat God David zal aanstellen als herder. Echter, David leefde allang niet meer toen deze profetie werd gegeven. De enige juiste interpretatie is hier dat dit verwijst naar de Messias, die vaak als het David-type werd aangeduid. Tevens is er in de Joodse traditie dikwijls geen onderscheid tussen een historische persoon en iemand die in zijn geest en macht verschijnt (zie: Cambridge Bible for Schools and Colleges). [2] Jezus zegt hier niet dat Hij er niet over gaat. In de volgende verzen legt hij namelijk uit dat de gelovigen uiteindelijk zelf bepalen welke plek zij in de Hemel zullen bemachtigen. En dat doen ze door de mate van dienstbaarheid die zij hebben gegeven aan hun medemens. In Markus 10:35-40 lezen we: “Jezus riep hen bij Zich en zei: ‘Jullie weten dat de machthebbers in de wereld de bevolking onderdrukken. Zij maken misbruik van hun macht. Maar onder jullie moet het anders gaan. Wie groot wil zijn, moet jullie dienaar worden. En wie de voornaamste wil zijn, moet ieders slaaf worden. Want zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen.'”
door Chris Develing 7 juni 2025
Welke zichzelf respecterende liefhebber van televisieseries kent het niet: The Handmaid’s Tale. Het wereldberoemde boek van Margaret Atwood werd zo mogelijk nog bekender dankzij de gelijknamige verfilming. Het gaat over een dystopische werkelijkheid waarin de meeste vrouwen onvruchtbaar werden. Het huidige Amerika wordt van binnenuit ontmanteld en overgenomen door religieuze fanaten die een nieuwe staat oprichten: Gilead. De hoofdpersoon is een jonge vrouw die werd weggetrokken bij haar man en dochtertje om als slavin aan het werk te gaan in het huis van een commandant. Omdat ze de gave van vruchtbaarheid blijkt te hebben, wordt ze opgeleid tot dienstmaagd. Zij en vele andere vruchtbare vrouwen moeten de leiders van hun nieuwe land voorzien van het wonder van nageslacht. Als mensen het hebben over The Handmaid’s Tale en de paralellen met de echte wereld, draait het gesprek vaak om christelijke prolife-organisaties of conservatieve pro-familie groepen als inspiratie voor het orwelliaanse verhaal. Dat ondervond ik aan den lijve toen ik meeliep met de Mars voor het Leven in 2019. Tegendemonstranten van onder meer het Humanistisch Verbond stonden ons op te wachten, verkleed in rode gewaden en roomwitte kappen om hun hoofden, precies zoals de handmaagden in de serie. Ze hadden hun plek strategisch gekozen, vlakbij de Domtoren in Utrecht, omdat ze wisten dat onze stille mars daarlangs zou komen. Ik had nooit van de serie gehoord, maar begreep al snel dat de tegendemonstranten ons zagen als de militante leiders uit de serie; mannen, geobsedeerd met vruchtbaarheid, die vrouwen vooral zien als broedmachines. Ze vertellen er nooit bij dat die leiders van Gilead ook klimaatactivisten zijn. In het moderne Amerika zag men een grote vervuiler die Gods planeet in rap tempo om zeep hielp. Na de overwinning startte Gilead een intensieve vergroening waar mening GroenLinks’er zijn petje voor afneemt. Maar nee, vooral dat religieuze component en het onderdrukken van vrouwen werd gretig ingezet om vingers te wijzen naar christenen die de wereld op hun manier een beetje beter willen maken. Op z’n tijd houd ik best van een goede serie. ’s Avonds, als de kinderen slapen, kan je even in een andere wereld stappen en genieten van spectaculair acteerwerk uit Hollywood. Op die manier is al een aantal series door mij versleten. Dat The Handmaid’s Tale nooit op mijn lijstje stond had alles te maken met het feit dat sommige mensen vrij letterlijk zeiden dat de serie gaat over mensen als ik. Mijn hartenwens, dat kinderen die eenmaal in de baarmoeder zijn ontstaan ook worden geboren in plaats van omgebracht, is voor sommigen een treffende gelijkenis. Met die visie ontneem ik vrouwen een grondrecht, aldus voorstanders van abortusrechten. Vandaar dat ik niet stond te springen om deze serie te bingen . Tot een medechristen mij de serie aanraadde. Volgens diegene viel het reuze mee met dat christen-bashen . Ze laten juist zien dat die dictators Bijbelpassages uit de context halen voor hun eigen ziekelijke begeerten, werd me verteld. Ik besloot te beginnen aan de serie die inmiddels al zes seizoenen draait. Ik mocht ontdekken hoe krom de vergelijking tussen de wensen van de prolifebeweging en Gilead is. Ik besefte ook hoe blind linkse activisten zijn als het gaat om hun eigen visie op wat het goede is. Die is minstens even vergelijkbaar met wat er in de serie voorbijkomt. Want hoewel prolife en pro-familie organisaties hun focus leggen op vruchtbaarheid en traditionele gezinswaarden, missen ze de diepere, donkere realiteit waar de serie over gaat: de uitbuiting van vruchtbare vrouwen door een onvruchtbare elite. Dat beeld sluit verontrustend goed aan bij de echte wereld van draagmoederschap en reproductieve ongelijkheid. Mijn conclusie is dat de dienstmaagden en draagmoeders veel met elkaar gemeen hebben. De fictieve wereld van Gilead wordt geregeerd door een onvruchtbare, machtige klasse die geobsedeerd is door controle over voorplanting. Ze ontnemen jonge vruchtbare vrouwen hun autonomie en dwingen hen kinderen te baren voor hun eigen belang. Dit gaat niet alleen over geloof of ideologie, maar ook over macht, controle en het voortbestaan van de mensheid. De vrouwen, vaak machteloos en arm, worden gebruikt als instrumenten in een systeem dat hun lichamen opeist om te dienen voor de reproductieve droom van de elite. Deze dynamiek weerspiegelt een ongemakkelijke realiteit binnen de tastbare wereld van draagmoederschap. In veel delen van de wereld is draagmoederschap een industrie waarbij welgestelde, onvruchtbare koppels vrouwen uit arme landen betalen om “hun” kinderen te dragen. Hoewel draagmoederschap vrijwillig en gereguleerd kan zijn, is het machtsverschil ook in die gevallen duidelijk: de vruchtbare vrouw draagt de fysieke en emotionele lasten, vaak gemotiveerd door economische noodzaak, terwijl de wensouders het proces beheersen en de sociale en persoonlijke voordelen genieten. De door Nederland beoogde vorm van draagmoederschap, waarbij de draagmoeder puur uit altruïstische overwegingen gratis haar diensten aanbiedt, komt nauwelijks voor. Na negen maanden zwangerschap en een bevalling dient de draagmoeder het kind af te dragen, precies zoals in The Handmaid’s Tale zo tragisch in beeld wordt gebracht. Dát is het wegnemen van lichamelijke autonomie. Het enige excuus is dat de draagmoeder er zelf mee instemde. Maar welke keus is er, als je leeft in uitzichtloze armoede - in landen als Oekraïne of India - en een aanbod krijgt dat al je problemen verhelpt? Het framen van The Handmaid’s Tale als een waarschuwing voor religieus fundamentalisme verhult deze real-world versie van economische uitbuiting en genderongelijkheid. De nadruk die christelijke prolife-groepen leggen op vruchtbaarheid staat niet gelijk aan de gewelddadige, systematische dwang die we in Gilead zien. Prolifers willen niemand dwingen om zwanger te worden. Maar als de zwangerschap er eenmaal is, pleiten zij voor het in leven houden van het kindje dat al is ontstaan. Voor pro-familie organisaties geldt doorgaans dat zij grote families stimuleren binnen een gezin met twee getrouwde mensen. Ook dat is iets anders dan de door een staat afgedwongen voortplanting middels verkrachting, zoals beschreven in Atwoods dystopie. In Gilead wordt reproductieve ongelijkheid uitvergroot. Vrouwenlichamen worden het strijdtoneel van elitaire ambities. In een wereld die kampt met destructieve onvruchtbaarheid, wil Gilead een voorloper zijn op het gebied van een stabilisering van de geboortecijfers. The Handmaid’s Tale laat zien hoe reproductieve controle wordt uitgeoefend door de bevoorrechten, ten koste van de kwetsbaren. Het daagt ons uit om na te denken over hoe economische ongelijkheid en wanhoop samenkomen in de machtsverhoudingen tussen rijk en arm; sterk en zwak.
door Chris Develing 25 mei 2025
“ Algehele veroordeling of lofprijzing van de kruistochten is goede politiek, maar slecht historisch besef .” dr. D. Franke
door Chris Develing 2 mei 2025
Wat had ik het deze week te doen met twee oude Joodse knarren, Bram Moszkowicz en Frits Barend. Mensen waar ik het regelmatig mee oneens ben, trotseerden de gebruikelijke antipathie tegen Israël en de Joodse mens tijdens hun optredens in respectievelijk Vandaag Inside en Barlaat. Johan Derksen en Wilfred Genee lieten zich van hun slechtste kant zien, terwijl de clown z'n ongemak probeerde weg te lachen, zoals altijd. Het onverschillige schapenpubliek pakte die uitweg met beide hoefjes aan toen de inhoud héél even was aangeraakt door het scherpe betoog van Moszkowicz dat snel door Genee werd afgekapt. Stedelijke oorlogsvoering De voormalige advocaat was in staat om een nuchtere uiteenzetting van feiten te geven, ondanks de emotionele binding die hij - in tegenstelling tot het drietal aan tafel - met het onderwerp moet hebben. Hij wees onder meer op het werk van John Spencer, een man die tien jaar studeerde op het onderwerp van stedelijke oorlogsvoering. Spencer legde bloot dat zelfs de Israël-kritische Europese Unie normaliter inschat dat oorlog 9 burgerslachtoffers kent voor iedere militaire dode. In één van zijn artikelen haalt Spencer het voorbeeld aan van de slag om Mosul in 2016 en 2017, waarbij er (onbedoeld en indirect) zo'n 10.000 burgers werden gedood om 4.000 IS-terroristen te kunnen doden. Israël doodde tot nu toe één burger voor iedere Hamasstrijder, volgens Spencers inschatting. Genocide is dus het laatste woord dat zou mogen opduiken wanneer het gaat over de manier waarop Israël deze ingewikkelde stadsoorlog probeert te voeren. Ja, Israël doodt burgers. Maar het indirect doden van burgers is helaas onvermijdelijk. Iedere legerleider kan je dat vertellen. Daarom is het in beginsel ook niet strafbaar tijdens een oorlog. Islam Wat wel straf- en laakbaar is? Dat wat Hamas deed op 7 oktober 2023. Zelfs de islam verbiedt het om doelbewust op vrouwen, kinderen en andere non-combattanten te schieten, tenzij hier een "legitieme" reden voor is. Het indirect veroorzaken van burgerslachtoffers is echter niet verboden in de islam. Dit is de mening van de vier grote wetscholen die de hoofdstroming van de islam kent. Ze halen dit uit overleveringen uit het leven van Muhammad. Neem bijvoorbeeld zijn koude woorden nadat hem werd verteld dat er bij de zoveelste verovering van een Arabische stam vrouwen en kinderen tussen de doden bleken te liggen. Die doden werden veroorzaakt door mangonels, zeg maar grote middeleeuwse katapulten waarmee zware objecten over stadsmuren werden geworpen. Muhammad reageerde schouderophalend, op een manier die zelfs de staalharde Netanyahu niet kan worden verweten: ' Ze zijn van hun vaders '. Toch kunnen we het de islam niet aanrekenen dat indirecte burgerdoden worden gezien als een geaccepteerd gegeven, zolang de missie belangrijk genoeg wordt geacht door het hoofd van de islamitische staat. Ieder modern leger hanteert namelijk nog steeds hetzelfde principe. Dat kan ook niet anders! Zodra je het nobele principe aanneemt dat er geen enkel burgerslachtoffer mag vallen, weet de vijand exact wat hij moet doen om jouw leger te neutraliseren: zich voorzien van menselijke schilden. Menselijke schilden Juist de vijanden van Israël gebruiken menselijke schilden en dat is niet toevallig. Ze weten dat Israël bovengemiddeld gevoelig is voor burgerslachtoffers. Want welk leger belde ooit burgers op voordat een belangrijk vijandelijk doelwit werd vernietigd? Ook het werk van Spencer laat zien dat Israël bovenmatig voorzichtig te werk gaat, met de cijfers die het onderbouwen. Moszkowicz wees heel rustig op deze feiten. Het antwoord van Derksen en Genee? 'Je bent erg emotioneel', zeiden ze, terwijl de snor van Derksen al bijna in houtskool was veranderd. Genee wilde Moszkowicz niet te lang aan het woord laten en probeerde steeds snel te onderbreken met de smoes dat ze 'mensen niet alle ruimte kunnen geven'. Ik heb het getimed. Alles bij elkaar was Moszkowicz nog geen vijf minuten aan het woord over dit onderwerp. Barlaat Frits Barend moest bij Barlaat bijna op zijn knieën met het verzoek om het tijdens die twee minuten 4 mei-herdenking te houden bij de Tweede Wereldoorlog. Hij werd hierover bevraagd alsof hij een koud hart heeft voor andere slachtoffers: 'Horen wij er niet bij?' Hoe durf je het te vragen. Kennelijk mag 'de Jood' niets meer verzoeken, hoe redelijk het ook is. Juist een herdenking moet gevrijwaard zijn van statements over lopende oorlogen waarvan nog niet bekend is wie precies wat heeft uitgespookt. Maar nee, linkse en islamitische media zingen in koor dat de Palestijnse slachtoffers (en heel duidelijk niet de Israëlische) over een paar dagen moeten worden herdacht. Het begint weer Het is blijkbaar aan deze oude knarren om weerstand te bieden aan de constante stroom Israëlhaat in de media. Niemand anders wordt uitgenodigd of durft het aan om in deze tijd een 'Jodenhelper' te zijn. Maar mijn hart huilt. Vanwege het onderhuidse sentiment aan de Nederlandse talkshowtafel: Joden in het Westen worden opnieuw niet vertrouwd. Opnieuw wordt ze weinig gegund, opnieuw worden ze weggekeken uit het publieke domein en onterecht in een kwaad daglicht gesteld. Mijn hart huilt, want "het" begint weer.
door Chris Develing 5 april 2025
Joop van der Elst reist regelmatig af voor een interview. Eind 2024 kwam hij voor de tweede keer bij me thuis voor een goed gesprek. Het ging over veel onderwerpen: de oorlog tussen Israel en Hamas, abortus, mijn werk bij de NPV - Zorg voor het leven én over de bizarre zoektocht naar mijn vader. Beluister het hele interview hieronder:
door Chris Develing 25 december 2024
We leven in een spannende tijd als het gaat om kunstmatige intelligentie (AI). Sinds de komst van ChatGPT kan iedereen met een internetverbinding zelf chatten met een relatief geavanceerde vorm van AI. Op Amazon worden zelfs al boeken verkocht die geheel zijn gemaakt met ChatGPT of andere AI-software. Ook maken veel studenten er gebruik van, bijvoorbeeld om een werkstuk te maken. Ik besloot de kennis van ChatGPT eens op de proef te stellen als het gaat om de islam. Heeft het systeem een bias? Ik stelde ChatGPT drie hoofdvragen, waarvan de derde en laatste in dit artikel wordt behandeld. Deel 3: Zakat geven aan niet-moslims De eerste vraag: ‘Kun je me vertellen welke mensen volgens de soenitische islam mogen ontvangen uit de Zakat-opbrengsten?’ Hierop antwoordt ChatGPT dat Zakat een vorm van liefdadigheid is die verplicht is voor moslims met voldoende middelen. Vervolgens wordt er een onvolledige lijst met mogelijke Zakat-ontvangers genoemd die vermoedelijk uit een willekeurige tekst komt. We moeten dus even specificeren richting de Koran: ‘Kun je me vertellen welke mensen volgens de Koran mogen ontvangen uit de Zakat-opbrengsten?’ Op dat moment citeert ChatGPT Surah at-Tawbah (9:60) waarin deze categorieën inderdaad zijn opgenomen. We stellen nog een belangrijke vraag: ‘Mag Zakat worden uitgekeerd aan niet-moslims?’ ChatGPT: ‘Volgens de meeste islamitische geleerden, met name binnen de Soennitische traditie, is het niet toegestaan om Zakat rechtstreeks uit te keren aan niet-moslims. De redenering hierachter is dat Zakat een verplichting is voor moslims om solidariteit en ondersteuning binnen de moslimgemeenschap te bevorderen.’ Vervolgens wijst ChatGPT snel op de niet-verplichte vorm van liefdadigheid genaamd “Sadaqah”, die zowel aan moslims als niet-moslims gegeven mag worden. Zonder dat we het hoeven te vragen, komt ChatGPT zelf al met het punt dat er wel een uitzondering is: ‘…zoals wanneer het bedoeld is om de harten van niet-moslims te winnen voor de islam (mu’allafat qulubuhum)’. Dat wilden we inderdaad even horen. We vragen snel door: ‘Om welke redenen mag er vanuit de Zakat worden uitgegeven aan het winnen van de harten van niet moslims, oftewel de mu’allafat qulubuhum?’ ChatGPT: ‘Deze categorie omvat doorgaans mensen die recent tot de islam zijn bekeerd, potentiële bekeerlingen, of degenen wiens harten geneigd zijn om gunstig te reageren op de islam. Het doel is om bij te dragen aan het creëren van een sfeer van begrip en tolerantie tussen verschillende gemeenschappen.’ We vragen maar even niet waar het uit blijkt dat dit allemaal gaat om sfeer, begrip en tolerantie tussen gemeenschappen, want dan worden we waarschijnlijk weer gewezen op geschriften die nooit geschreven zijn . In plaats daarvan vragen we: ‘Mag zakat geld aan de mu’allafat qulubuhum alleen worden uitgegeven aan arme niet-moslims of mogen het ook invloedrijke en rijke mensen zijn?’ ChatGPT geeft aan dat ‘ de specifieke ontvangers van de categorie mu’allafat qulubuhum niet strikt beperkt zijn tot arme niet-moslims. Het kunnen ook invloedrijke en rijke mensen zijn, zolang hun harten verzoend kunnen worden met de islam.’ Om vervolgens weer snel te benadrukken dat het allemaal positief bedoeld is, voegt ChatGPT toe: ‘De essentie van het uitgeven aan deze categorie is om positieve betrekkingen met de islam te bevorderen en mogelijk de acceptatie van de islam te vergemakkelijken.’ Dus, stellen we nog maar weer een concrete en verdiepende vraag: ‘Kun je me vijf namen geven van Soenitische geleerden die vonden dat er geld mag worden gegeven aan de mu’allafat qulubuhum om de islam sterker te maken?’ Na hetzelfde riedeltje over verschillende interpretaties, geeft hij vijf namen: Ibn Taymiyyah, Al-Ghazali, Ibn Qayyim al-Jawziyya, Ibn Kathir, Ibn Hajar al-Asqalani. Nog één vraagje om te kijken of dit artikel wel zuiver is omgegaan met de daarin genoemde bronnen: ‘Vond Yusuf Al-Qaradawi dat Zakat naar de mu’allafat mag gaan?’ ChatGPT: ‘Dr. Yusuf al-Qaradawi, een prominente hedendaagse islamitische geleerde en een vooraanstaand figuur binnen de Soennitische islam, heeft uitgesproken opvattingen over verschillende aspecten van de islamitische jurisprudentie, waaronder liefdadigheid en het uitgeven van Zakat. In zijn boek “Fiqh al-Zakat” (De jurisprudentie van Zakat), dat een diepgaande analyse biedt van de regels met betrekking tot Zakat, geeft al-Qaradawi zijn standpunt over het uitgeven van Zakat aan de mu’allafat qulubuhum. Hij erkent de bredere interpretatie van deze categorie en stelt dat het uitgeven aan mensen wier harten verzoend kunnen worden met de islam, niet strikt beperkt is tot arme niet-moslims. Het kan ook gericht zijn op het beïnvloeden van niet-moslims in posities van invloed, zoals intellectuelen, beleidsmakers, en anderen die een significante rol kunnen spelen in het begrip van de islam. Al-Qaradawi benadrukt het belang van strategisch denken en het gebruik van Zakat om een positieve impact te hebben op de samenleving en het begrip van de islam. Hij moedigt aan tot het uitgeven van Zakat-gelden op manieren die de belangen van de moslimgemeenschap en het begrip van de islam bevorderen.’ Conclusies (over deel 1 , 2 en 3 van deze serie) Het lijkt erop dat ChatGPT erg is ingespeeld op het zo vredig mogelijk presenteren van de islam en islamitische leerstellingen. Dit hoeft niet bewust zo te zijn geprogrammeerd, maar kan een gevolg zijn van de vele online bronnen die deze bias al in zich hebben. Als ChatGPT moet toegeven dat er bepaalde onwelgevallige meningen bestaan onder prominente geleerden, pakt hij steeds zijn kans om te benadrukken dat dit slechts een deel van de geleerden betreft binnen een bredere traditie. Als je vervolgens concreet vraagt om namen van geleerden uit de vreedzame groep krijg je of niets of uitsluitend Westerse islamgeleerden die, ook volgens ChatGPT zelf, beïnvloed kunnen zijn door de culturele en moderne context waarin zij leven. En dat op zichzelf laat meteen zien dat het wegwuiven van geleerden uit het verleden onder het mom van hun tijdgeest, geen stand houdt. We hebben uiteraard ook gevraagd of het mogelijk is om een ware islam te ontdekken, zoals deze is beschreven door de eerste generaties, maar daar wilde ChatGPT zich niet aan branden. Inhoudelijk hebben we wederom gezien dat offensieve jihad gewoon bij de islam hoort. ChatGPT kon, ondanks een duidelijke bias, geen overtuigend tegengeluid produceren. Over slavernij kon hij alleen maar bevestigen dat de islam geen regels voor de afschaffing ervan biedt en dat gerenommeerde namen binnen de islamitische geleerdheid achter slavernij staan. Namen van geleerden die slavernij afwijzen, had hij wel maar die kwamen allemaal uit het Westen. Tot slot ging het over de Zakat. ChatGPT gaf toe: Zakat mag in principe alleen worden uitgekeerd aan moslims ter bevordering van solidariteit en ondersteuning binnen de moslimgemeenschap (zo liefdadig is het dus niet). De uitzondering is de groep niet-moslims die naar de islam toe getrokken mogen worden met geld uit het Zakat-fonds. Dit mogen rijke mensen zijn. En volgens de gerenommeerde Yusuf Al-Qaradawi is het geven van Zakat aan niet-moslims een strategische zet om de belangen van de moslimgemeenschap zelf te dienen. Zie ook Deel 1 en Deel 2 van deze 3-delige serie.
MEER ARTIKELEN