Over Zwarte Piet heb ik al vanaf zeer jonge leeftijd een mening. Mijn eerste kritische herinnering is van de kleuterschool, waar ik de juf ervan beschuldigde dat zij die rotzooi zelf had gemaakt en niet een of andere “rommelpiet”. Voor iemand die later in God zou gaan geloven, kon je mij toen weinig wijsmaken. Verderop in mijn schoolcarrière hield ik mijn twaalfjarige leeftijdsgenootjes voor dat het best racistisch was om jezelf zwart te schminken. Ik kreeg geen gehoor en liet het gaan. Als volwassene werd ik pas weer geconfronteerd met de moeilijke randjes van Zwarte Piet, maar mijn reactie was heel anders.
De moderne anti-zwartepietbeweging trok zo fel van leer dat ik direct in de verdediging schoot: ‘Mijn hele land racistisch noemen? Kinderen lastigvallen? Wegwezen, gauw!’ Vanwege de wildheid van de critici verloor ook ik alle nuance. Volgens hen was er geen middenweg. De “vreselijke daad” van Zwarte Piet spelen, werd direct overgeheveld naar de “daders”. Wat ze nalieten was het bieden van ruimte voor dialoog en het bestaan van onwetende daders. Ik mengde me in de strijd en schreef boze stukjes over de bredere agenda van de organisatie Kick Out Zwarte Piet (KOZP). Ik zei ook dat Zwarte Piet helemaal geen racisme is, gelet op de meest plausibele ontstaansgeschiedenis.
Dat de Quario’s en Sylvana’s van ons land het allemaal verkeerd zien met die historie, daar blijf ik bij. Zwarte Piet is geen slaaf maar een islamitische slavendrijver van Europeanen. Zijn status als knecht van Sinterklaas symboliseerde de overwinning van de goedheiligman (het christendom), die de “duivelse” vijand (de Moorse overheerser van Zuid-Europa) had weten te onderwerpen. Nu was hij veroordeeld tot een redelijk goed leven als knecht.
Het uitwissen van Zwarte Piet houdt in dat die archetypische les verloren gaat. Daarom heb ik weleens geopperd dat we een schattige IS-strijder bedenken, Radicale Richard, die vanaf nu de knecht wordt van een oude zeikbaard uit het Europees Parlement, gemodelleerd naar Frans Timmermans. Dat is beter dan de sfeerverpestende roetpiet die we nu hebben, waardoor kinderen meteen zien dat het hun oom is in die witte maillot met roetvegen.
Maar genoeg daarover, dat punt is gemaakt. Het gaat erom dat ik ergens in 2015 ben overgelopen naar het kamp dat best tevreden is met een afschaffing van Zwarte Piet. Ik vind het zelfs kinderachtig dat volwassenen zo vasthouden aan een kleur. Als ze bang zijn dat die gesubsidieerde clubjes straks nog meer afpakken, dan hebben ze gelijk en moeten ze daar maar tegen opstaan. Maar in dit geval hebben de activisten helaas een punt. Er zijn nu eenmaal doodgewone mensen die Zwarte Piet als kwetsend ervaren. Ondanks de ruis van KOZP moet dat toch voldoende reden zijn om ermee te stoppen?
Nu dan mijn spagaat. Dat ik van gedachten ben veranderd, betekent niet dat ik opeens sta te klappen voor de agressieve toespraken van Akwasie en zijn vrienden. Sterker nog, ik voelde weer sympathie opkomen voor het pro-kamp, toen ik een aantal Volendammers afgelopen week boos zag reageren op de provocaties van KOZP. En dat is best een vreemde gewaarwording: ik vind dat KOZP in de basis gelijk heeft, maar zodra ik zie hoe Jerry Afriyie met zijn megafoon op een kinderwagen afloopt, voel ik dat mijn sympathie plaatsmaakt voor boosheid.
Die frustratie maakt me wel ongemakkelijk. Ik werk zelf namelijk ook voor een stichting die maatschappelijke misstanden aan de kaak stelt, maar dan zonder een cent subsidie. De prolifestichting waar ik voor werk, organiseert meerdere keren per jaar demonstraties bij abortuscentra voor de deur. Ik durf best toe te geven dat die spagaat nog wat verder zakte toen ik me dat realiseerde. Gelukkig kreeg ik snel hulp van mijn identiteit beschermende cognitie, waardoor ik me kon herpakken: Onze demonstranten uiten zich liefdevol en bieden hulp aan. Wij veroordelen de daad van abortus maar nooit de dader, in tegenstelling tot wat veel media u willen doen geloven. Tegelijkertijd merk ik dat onze stichting op geen grammetje meer sympathie kan rekenen dan de wilde mannen en vrouwen van KOZP. Hoe kan dat? Van ons zul je echt geen beelden vinden waarop we uit bussen springen met spandoeken en megafoons, om nietsvermoedende mensen te laten schrikken.
Tegen die achtergrond krijg ik bijna begrip voor de acties van KOZP. Ik weet uit ervaring dat het niet uitmaakt hoe liefdevol en zorgvuldig je misstanden aan de kaak stelt. Als de gevestigde orde je een lastpak vindt, krijg je altijd de zwartepiet toegespeeld. Dus ergens snap ik best dat ze geen andere uitweg zagen dan deze confronterende strategie. Toch ben ik erop tegen, omdat het zoveel verdeeldheid zaait dat we straks misschien verder van huis zijn dan toen Piet nog overal in Nederland zwart was. Daarnaast slaat je eigen morele kompas krom als je de wereld een stukje beter wilt maken door middel van agressieve taal en absurd grote beschuldigingen.
Twee maatschappelijke bewegingen met afwijkende morele kompassen. Waar ligt dat aan? Om tot in lengte van dagen verzoenend te blijven spreken over misstanden die je hart pijn doen, daar moet je misschien christen voor zijn, zeg ik met het risico om onbedoeld arrogant te klinken. Liefde is voor ons een terugkerend thema waarmee we ook “daders” moeten benaderen. Vanuit een sociologische waarneming kijken we naar de gebroken mens. Dat helpt echt om rustig te blijven. Het doet je beseffen dat vreselijke wandaden soms voortkomen uit verdriet, onwetendheid of misleiding. Die problemen los je niet op door er een potje op los te schreeuwen en kinderen te intimideren.
Daarom is het ook zo jammer dat clubs als KOZP straks met de eer gaan strijken. “We the people” hadden eerder tot inzichten moeten komen als het gaat om Zwarte Piet. Daarmee hadden we het ongelijk kunnen bewijzen van mensen die geloven dat je resultaten boekt met haat. Nu de conclusie wordt getrokken dat het heeft gewerkt, zal het vaker worden ingezet.
Laat ik in elk geval consistent blijven, door te proberen om ook naar de leden van KOZP te kijken als gebroken mensen, die ik mag verwijzen naar de Raadgever die er – in elk geval bij mij en mijn collega’s – voor zorgt dat we tijdens onze demonstraties blijven manoeuvreren tussen liefde en waarheid, hoe vaak we ook worden uitgescholden.