Chris Develing • 25 mei 2025

Waren de Kruistochten Offensief?

Algehele veroordeling of lofprijzing van de kruistochten
is goede politiek, maar slecht historisch besef
.”
dr. D. Franke

De kruistochten waren een reeks militaire expedities die werden geboren uit het voornemen om gehoor te geven aan de noodkreet uit het Oosten, om moslimlegers buiten de Byzantijnse grens te houden. Maar ook de herovering van Jeruzalem – en indien mogelijk andere steden – stond op de agenda. Dit had te maken met verhalen over de vervolging van christelijke pelgrims in de voorgaande jaren. Ook de vier eeuwen ervoor, waarin ongeveer twee derde van de christelijke wereld door middel van Jihad werd veroverd, vormde een motief. Toch denkt de gemiddelde Westerling dat de kruistochten niets anders waren dan kolonisatie over de rug van nietsvermoedende moslimvolken; een spontane, irrationele golf van geweld die het eerste conflict tussen het Christendom en de Islam inluidde.


Dat terwijl Jeruzalem toch echt ver vóór die tijd door het islamitische Rashidun-kalifaat werd veroverd op christenen. Ook de Levant en grote delen van Noord-Afrika waren christelijk voordat de legers van verschillende islamitische staten aan de poort verschenen. Het huidige Spanje en Portugal werden in de achtste eeuw door het Umayyad-kalifaat veroverd. En Frankrijk moest zich met man en macht verzetten tegen nog verdere expansie van deze islamitische staat. Dit alles gebeurde in een tijd waarin het concept van een kruistocht nog niet eens bestond, mede omdat de christelijke evangeliën niet oproepen tot een heilige oorlog. Kort voordat de eerste kruistocht begon (in 1095), werden bovendien twee belangrijke christelijke steden (Nicea in 1081 en Antoichie in 1085) veroverd door de islamitische Seltsjoek Turken.


Het is dan ook geen verrassing dat veel hedendaagse historici niet twijfelen aan de grotendeels verdedigende en hulp biedende motivatie voor het beginnen van de kruistochten. Historici die dat wel doen, negeren vaak de eeuwenlange veroveringen door moslims in de periode daarvoor of doen deze af als irrelevant.[1] Ondanks het feit dat er grote misstanden zijn geweest, is het beeld van een West-Europa, dat zonder aanleiding de aanval inzette op islamitische staten, een gevaarlijk eenzijdige kijk op de geschiedenis. Toch is dat het beeld dat doorgaans onder het grote publiek wordt aangetroffen.


Om dat beeld te nuanceren, citeren ik een aantal gerenommeerde hedendaagse historici die duidelijk maken dat de kruistochten vooral een antwoord waren op 400 jaar jihad. Een antwoord dat er uiteindelijk voor heeft gezorgd dat Europa zich kon vrijmaken van islamitische overheersing en zo kon doorgroeien tot het bastion van vrijheid dat het nog steeds is. Dit in tegenstelling tot landen die na de kruistochten islamitisch zijn gebleven. Een aantal historici werpen tevens een licht op de mogelijke redenen voor het grote verschil tussen wat geschiedkundigen over de kruistochten schrijven en de populaire aannames van het grote publiek. Tot slot zullen we ons kort buigen over een voorbeeld van oorlogsmisdaden door een deel van de kruisvaarders.


Historicus Bernard Lewis noemt de vaak getrokken parallel tussen de kruistochten en het veel latere imperialisme van Europa “zeer misleidend” en voegt daaraan toe:


De kruistochten kunnen accurater worden beschreven als een beperkt, verlaat en ineffectief weerwoord op de Jihad – een vergeefse poging om middels een christelijke heilige oorlog te heroveren wat verloren was gegaan door de islamitische heilige oorlog.” [2]


In één van zijn boeken bespreekt hij het iets uitvoeriger:


De kruistocht is een late ontwikkeling in de christelijke historie, die in zekere zin een radicaal afscheid markeert van elementaire christelijke waarden zoals deze worden geuit in de Evangeliën. Het christendom werd al aangevallen sinds de zevende eeuw en verloor daarbij grote gebieden aan moslimheerschappij. Het concept van een heilige oorlog, vaker omschreven als een rechtvaardige oorlog, bestaat al sinds de Oudheid. Maar in de lange strijd tussen de islam en het christendom waren de kruistochten laat, beperkt en van relatief korte duur. Jihad bestaat al vanaf het begin van de islamitische historie – in de geschriften, in het leven van de profeet en in de acties van zijn metgezellen en directe opvolgers. Het heeft bestaan tijdens de hele geschiedenis van de islam en behoudt tot op de dag van vandaag zijn aantrekkingskracht.” [3]


De historie van de historie


Hoe is het dan gekomen dat veel mensen de kruistochten zo ahistorisch op hun harde schijf hebben staan? Volgens een aantal historici komt dit veelal vanwege een algemene kijk op de kruistochten door de lens van Europese kolonisatie in latere eeuwen, waardoor ze steevast in één adem worden genoemd. Dat beeld werd gestimuleerd door een aantal politieke en culturele mechanismen. Protestantse- en seculiere kritiek op de katholieke middeleeuwen hebben in de periode 1700-1900, samen met het nationalisme van die tijd, gezorgd voor het framen van de motieven voor de kruistochten. De eerste twee deden dit met een wijzende vinger terwijl de kolonisten de periode juist romantiseerden als een strijd die niet slechts religieus of verdedigend was maar ook ging om machtsuitbreiding. Ze zagen zichzelf (ten onrechte) als moderne kruisvaarders en namen dit beeld mee naar de islamitische volken die ze aantroffen. Om die reden werd er vaak een veroverings-saus gegoten over de lectuur van die tijd. Het is dus niet zo vreemd dat de moslims na de koloniale periode met dit imperialistische beeld van de echte kruisvaarders zijn achtergebleven, terwijl ze deze voorheen simpelweg zagen als één van de vele ongelovige volkeren waartegen hun voorouders hebben gestreden.[4]


Vanaf het einde van de twintigste eeuw hebben veel historici afstand genomen van deze context ontberende kijk op de geschiedenis. Maar het beeld van kruisvaarders die uit het niets op moslims begonnen in te hakken, is bij het grote publiek altijd blijven hangen, zo stellen hedendaagse kenners als professor Andrew Holt. Populaire werken van mensen als Karen Armstrong, die geen historicus is, helpen mee aan het verwrongen beeld dat de kruistochten een offensieve insteek hadden. Soms wordt zelfs het bestaan van eerdere conflicten tussen moslims en christenen ontkend. Ondanks het feit dat een flink aantal echte geschiedkundigen zich hebben uitgesproken tegen de ahistorische conclusies van Armstrong[5] lijkt dit weinig te hebben gedaan om het tij te keren.


Dat scheve beeld treft men ook aan in het islamitische Oosten, waar Arabische historische overzichten vanaf de negentiende eeuw veel putten uit Westerse literatuur in die tijd. Dit heeft er mede toe geleid dat radicale moslims tot op de dag van vandaag verwijzen naar de kruistochten als niets anders dan het binnendringen van islamitische landen, zoals in latere eeuwen door Europese kolonisten werd gedaan.


Kruistochten deskundige professor Paul Crawford schreef hierover het volgende:


Arabische nationalisten leenden het idee van een langdurende Europese campagne tegen hen uit de gelederen van de voormalige Europese denkstroming – waarmee ze voorbijgingen aan het feit dat dit een zeer onjuiste karakterisering van de kruistochten betreft. En ze gebruikten deze verwrongen historie om steun te genereren voor hun eigen agenda’s. Dit bleef zo tot het midden van de twintigste eeuw totdat, in de woorden van Riley Smith, “een hernieuwd en militant panislamisme” de lokale doelen van Arabische nationalisten begon te verbreden tot een wereldwijde opleving van wat toen islamitisch fundamentalisme werd genoemd en nu soms, ietwat onhandig, wordt omschreven als Jihadisme. Dit leidde tot de naadloze opkomst van Osama bin Laden en Al-Qaeda, die een beeld van de kruistochten schetsten dat zo bizar is dat het hem in staat stelde alle Joden kruisvaarders te noemen en de kruistochten te maken tot een permanente eigenschap van de Westerse reactie op de islam.


De geschiedkundige opvattingen van Bin Laden zijn een koortsachtige fantasie. Hij is net zo accuraat in zijn visie over de kruistochten als hij is over de vermeende perfecte islamitische eenheid die hij zich inbeeld bij de periode vóór de “ellendige” invloed van het christendom. Maar de ironie is dat hij dit verhaal – net als miljoenen moslims die zijn boodschap omarmen – ontving van de vermeende vijand: het Westen.


Dus het waren niet de kruistochten die de islam leerden om christenen aan te vallen en te haten. Integendeel. Die activiteiten bestonden al ver vóór de kruistochten en kennen hun oorsprong in de geboorte van de islam. In werkelijkheid leerde het Westen zelf aan de islam om de kruistochten te haten. De ironie is groot.” [6]


Islamitische propaganda


Over het misbruik van de geschiedenis van de kruistochten voor islamitische agenda’s, schrijft kruistochten deskundige Andrew Holt het volgende:


…wanneer sommige moderne moslims klagen over de wrede historie van de kruistochten, in landen die zij als islamitisch beschouwen dankzij eerdere veroveringen op christenen, treffen we een zeer selectief historisch beeld met in het centrum een islamitische slachtofferrol. Dit beeld kan alleen bestaan door een nog veel grotere historie van islamitisch geweld tegen christenen te negeren. Een historie die zich afspeelde zowel vóór als na de beweging van de kruisvaarders.


[..]


Van moderne islamistische politici tot aan de Arabische man in de straat, klagen moderne moslims veelal over de kruistochten als wellicht het grootste voorbeeld van religieuze intolerantie en wreedheid jegens hen, zonder melding te maken van het gewelddadige gedrag van middeleeuwse moslims ten opzichte van christenen, dat ertoe heeft geleid dat de oproep voor de eerste kruistocht überhaupt tot stand kwam. Zulke retoriek wordt uiteraard toegepast in de moderne politiek, aangezien zij die het gebruiken dikwijls een agenda hanteren die op één of andere manier is gerelateerd aan de moderne westerse wereld, die veelal wordt gezien als de erfgenaam van het middeleeuwse christendom.” [7]


Ook historici Edward Peters en Mona Hammad bevestigen dit in een recent boek over mythes rondom de kruistochten.[8]


De terechte vraag, waarom journalisten deze overtuiging onder veel historici maar niet kunnen oppikken, wordt wellicht beantwoord door een andere toonaangevende kruistochtenhistoricus, Thomas Madden:


Op 11 september 2001 waren er slechts een handjevol professionele kruistochtenhistorici in Amerika. Ik was de enige die niet gepensioneerd was. Als gevolg hiervan werd ik jarenlang met grote regelmaat gebeld. In de honderden interviews die ik sinds die vreselijke dag heb gegeven, was de meest gestelde vraag, “Hoe hebben de kruistochten geleid tot de huidige terreurdaden tegen het Westen?” Ik antwoordde altijd: “Niet. De kruistochten waren een middeleeuws fenomeen zonder connectie met modern islamistisch terrorisme.


Dat antwoord werd nooit erg goed ontvangen. Het leek haast contra-intuïtief. Als het Westen de kruisvaarders stuurde om moslims in de middeleeuwen aan te vallen, hebben zij dan niet het recht om verontwaardigd te zijn? Als de kruistochten verantwoordelijk waren voor antiwesterse Jihad-expedities, is het dan niet redelijk om ze ook te zien als primaire oorzaak van hedendaags Jihadisme? Het antwoord is nee, maar om dat te begrijpen is er meer nodig dan de paar minuten die journalisten doorgaans bereid zijn te offeren. Het vergt niet alleen begrip van de oorlogen zelf maar ook van de manieren waarop deze conflicten zijn gebruikt en vervormd omwille van moderne agenda’s.” [9]


Het gevaar van een eenzijdige kijk op historie


Feit is dat de islamitische pogingen om christelijk land te bemachtigen veel eerder en frequenter voorkwamen dan de kruistochten. Het islamitische concept van een heilige oorlog is ouder dan (en stond mogelijk aan de wieg van) de christelijke. Professor Andrew Holt schreef daarover het volgende:


Ik zou willen toevoegen dat het moderne moslimverhaal er één is van historisch slachtofferschap dat nuttig is gebleken bij het opwekken van wantrouwen en haat jegens het Westen en soms geweld tegen westerlingen. Maar het negeert de omstandigheden tijdens de aanloop naar de kruistochten aan het einde van de elfde eeuw en de gewelddadigheden van middeleeuwse moslims die zo’n beweging mogelijk maakten. Het laat ook de veel grotere veroveringen door moslims achterwege, van het leeuwendeel van de christelijke wereld in de periode voordat de eerste kruistocht begon. Hetzelfde geldt voor de veel grotere Ottomaanse expansie binnen Europese staten die na de kruistochten kwam. In plaats van zich daar bewust van te maken, richt men de aandacht uitsluitend op het geografisch- en chronologisch gelimiteerde tijdperk van de kruistochten richting het heilige land om zo te oordelen over christelijk-islamitische relaties uit het verleden. Daarom is het een uitermate selectieve en misleidende versie van de geschiedenis en nog belangrijker, een gevaarlijke.” [10]


Wandaden van de kruisvaarders


Tot slot gaan we in op de eveneens populaire aanname dat de kruisvaarders uitsluitend gewetenloze moordenaars waren, op zoek naar faam en macht. Hoewel er in die paar honderd jaar meer dan genoeg wandaden door de kruisvaarders zijn begaan en men bovendien soms expansiegericht handelde, is het onzuiver te stellen dat er niets legitiem was aan de oorspronkelijke motivatie voor de kruistochten: de herovering en bescherming van christelijk land in het Oosten. Het was immers deze beweging die de islamitische opmars binnen Europa uiteindelijk tot een halt bracht en deed omkeren. Bovendien kunnen de aanleiding en motivatie van de leiders niet zonder meer gelijkgesteld worden aan de wandaden die lokaal zijn begaan. De cruciale inspanningen van de Geallieerden, om onze wereld van Hitlers Derde Rijk te verlossen, worden immers ook vrijwel nooit vermengd met de waslijst oorlogsmisdaden die onze bevrijders in minder dan vijf jaar hebben gepleegd.[11] Zeker niet als het gaat om de motivatie en aanleiding voor hun deelname aan de oorlog.


Neem bijvoorbeeld de eerste kruistocht, door paus Urbanus II afgeroepen in het jaar 1095. Het Byzantijnse rijk vroeg de paus en andere West-Europese machten al jaren om hulp bij het vechten tegen de aanstormende moslimstrijders van het Seltsjoekenrijk.[12] Ook kreeg men al jaren berichten van pelgrims die terugkwamen uit het Oosten, over vervolging en gedwongen bekering van christenen en joden, zowel in Jeruzalem als op de weg daarnaartoe.[13] De soldaten die gehoor gaven aan de pauselijke afkondiging waren voornamelijk Frans maar ook Duitse legers werden geformeerd. Een deel van de Duitsers vertrok eerder en besloot op eigen houtje de aanval in te zetten op de joden van het Rijnland. Het werd een enorme slachting die met recht een gruwelijke oorlogsmisdaad wordt genoemd. Maar toch is nuance op z’n plaats. Want het doel van de eerste kruistocht was niet om joden aan te vallen, ondanks dat dit wel is gebeurd voordat de werkelijke beweging richting Jeruzalem eindelijk op gang kwam. De historische warboel ontstaat dan ook wanneer critici hun algehele veroordeling van de kruistochten aantonen met een verwijzing naar deze misdaad, zonder te vermelden dat de toenmalige paus en Duitse keizer de gebeurtenissen in het Rijnland direct hebben veroordeeld. Ook gaven zij gedwongen bekeerlingen onder de joodse overlevenden toestemming om officieel terug te keren naar het jodendom.[14]


Men zag geen andere oplossing meer


Onderstaande citaat, afkomstig uit de periode rondom de tweede kruistocht, laat bijvoorbeeld zien dat men geen andere optie meer zag dan te vechten tegen de moslimlegers. Dit in een poging hun eigen landen – en die van hun broeders en zusters buiten Europa – te redden. In de vroege twaalfde eeuw schreef Bernardus van Clairvaux aan (en ter verdediging van) de nieuwe Tempeliers Orde het volgende over de gewenste intentie in het hart van een christelijke soldaat:


Als je sterft terwijl je de ander slechts probeerde te doden, sterf je als moordenaar. Als je erin slaagt, vanwege je wil om te overwinnen en veroveren, een ander te doden, dan leef je als moordenaar. En het zal niet geaccepteerd worden om een moordenaar te zijn, levend of dood, zegevierend of verslagen. Wat een ongelukkige overwinning is het om een man te hebben overmeesterd door je over te geven aan zonde en te genieten van lege glorie bij zijn val, terwijl wraakzucht en trots je hebben overmand!


Maar hoe zit het dan met zij die doden zonder wraak en ook niet vanwege de zwelling van trots, maar simpelweg om zichzelf te redden? Zelfs deze vorm van overwinning zou ik niet goed willen noemen, aangezien de lichamelijke dood eigenlijk het kleinere kwaad is ten opzichte van de spirituele dood. De ziel hoeft niet te sterven wanneer het lichaam dat doet. Nee, het is de ziel die zondigt die zal sterven.” [15]


De verdedigende intenties uitte Clairvaux als volgt, in een poging om duidelijk te maken dat geweld een laatste redmiddel is ter bestrijding van islamitische soldaten:


Ik bedoel niet te zeggen dat de heidenen moeten worden geslacht als er nog enige andere manier is om hen te weerhouden van het bestoken en vervolgen van de gelovigen, maar slechts dat het nu beter lijkt om hen te vernietigen dan dat de staf van zondaars hangt boven het lot van de rechtvaardigen en laatstgenoemden wellicht overgaan tot onrechtvaardigheid.” [16]


Conclusie


Historici hebben meer inzicht dan ooit omtrent de kruistochten. En hoewel sommige geleerden moeite hebben te erkennen dat de islamitische Jihad een duidelijke aanleiding was, zijn er genoeg toonaangevende historici te vinden die stellen dat de kruistochten niet los gezien kunnen worden van islamitische veroveringen van christelijk land en het bemoeilijken van het pelgrimsbestaan in- en rond Jeruzalem. Uit de context getrokken, kan men gemakkelijk concluderen dat de middeleeuwse migratie van christelijke legers naar “islamitische” gebieden niets anders kon zijn dan een invasie. Maar een gewogen oordeel lijkt uit te wijzen dat de middeleeuwse kruisvaarder geld en veiligheid riskeerde om het christendom te herstellen waar het was beschadigd en om christenen te laten wederkeren naar de plekken vanwaar zij waren verdreven.


Voetnoten


[1] Madden, Thomas F.; Crusaders and Historians, juni 2015

[2] Lewis, Bernard; Jihad vs Crusade; Wall Street Journal, 27 september 2001

[3] Lewis, Bernard; The Crisis of Islam, pagina 32 (paperback, 2004)

[4] Holt, Andrew; The Modern Muslim Memory of the Crusades, 2 maart 2017

[5] Holt, Andrew; Crusade Historians and Karen Armstrong, juni 2016

[6] Crawford, Paul; Four Myths about the Crusades, lente 2011

[7] Holt, Andrew; The Modern Muslim Memory of the Crusades, 2 maart 2017

[8] Peters, Edward & Hammad, Mona; 7 myths of the Crusades, pagina 138

[9] Madden, Thomas F.; Inventing the Crusades, juni 2009

[10] Holt, Andrew; The Modern Muslim Memory of the Crusades, 2 maart 2017

[11] Cook, Paul David; Allied war criminals, 2010

[12] Frankopan, Peter; The First Crusade: the call from the East, pagina 88

[13] Ibid., pagina 90-92

[14] Holt, Andrew; Historians on Susan Jacoby’s New York Times Essay on the First Crusade, februari 2015

[15] Clairvaux, Bernardus van; zoals geciteerd door ORB Online Encyclopedia; http://the-orb.arlima.net/encyclop/religion/monastic/bernard.html

[16] Ibid.





Lubach pleit voor verdoofde dierenslacht, maar hoe zit het met onverdoofde abortus?
door Chris Develing 25 juni 2025
Ongeboren kinderen worden onverdoofd geaborteerd. Toch pleit niemand voor verdoving zoals dat bij slachtdieren gebeurt. We analyseren een uitzending van Lubach om onder meer te zien of dierenactivisten verder mogen gaan met het tonen van expliciete beelden.
door Chris Develing 8 juni 2025
Wie bekend is met de Socratische Methode kent wellicht ook haar sub-discipline: de Socratische Ondervraging. Door het stellen van vragen kan men een gesprekspartner laten beseffen wat de logische consequentie is van zijn stelling. Jezus gebruikte een soortgelijke methode die de Bijbel al voor Socrates liet zien en onderdeel is van de Rabbijnse methodiek. Dat zien we bijvoorbeeld aan Zijn gesprek met de rijke jongeling, dat we aantreffen in Markus 10 en Lukas 18. Deze passage wordt, vanwege de onbegrepen betekenis achter de vraag van Jezus, nog weleens door critici aangehaald om te bewijzen dat Jezus daar zelf toegeeft God niet te zijn. Maar dat is een onterechte conclusie op basis van een oppervlakkige lezing: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan God alleen.” Lukas 18:19, Markus 10:18 Bij deze passage moet worden opgemerkt dat Jezus niet zegt: “Ik ben God niet”. Hij stelt namelijk een vraag en neemt nog geen standpunt in. In plaats van de jongeling te corrigeren, komt Hij met een waarom-vraag waarmee de ander wordt uitgedaagd om na te denken over de woorden die hij uitspreekt. Dit zegt dus nog niets over het waarheidsgehalte van die woorden. Het doel van Jezus’ vraag was in feite om te toetsen of de rijke jongeling wist wie hij voor zich had. Je kunt het zien als een test waarmee Jezus de jongeling de volle betekenis laat zien van het woord goed, waarna Hij hem uitdaagt om, met die nieuwe definitie in de hand, nog eens na te denken over de waarde die hij Jezus toedicht. Daarnaast lijkt het plausibel dat Jezus de man ook wat bescheidenheid bijbracht. De kans is namelijk groot dat de man zichzelf ook als goed beschouwde, aangezien hij vond dat hij alle geboden wel zo’n beetje had gehouden. Jezus laat de man zien wat echte goedheid is, namelijk die van God. Daarmee toont Hij aan dat je zonder God te volgen zoveel geboden kunt houden als je wilt, maar dat het je dan niet zal baten. De mens is namelijk, genomen naar de standaard van God, niet goed en heeft het nodig om God te volgen. Vandaar dat Jezus de rijke jongeling opdraagt om Hem te volgen. De goede herder Behalve dit zijn er nog meer redenen waardoor we weten dat Jezus hier niet ontkende goed te zijn. In Johannes hoofdstuk 10 vers 11 en 14 noemt Hij zichzelf bijvoorbeeld “de goede herder”. Wanneer we Jezus’ uitspraken naast elkaar zetten, ligt de conclusie voor de hand: Jezus zegt in Markus en Lukas dat alleen God goed genoemd mag worden en Hij noemt zichzelf vervolgens de goede herder in Johannes. Is Jezus dan wel of niet God, volgens zijn eigen definitie van God en van Zichzelf? Dat Jezus goed is en derhalve God, valt dus niet te ontkennen. Maar hoe zit het met de titel herder? Ook die kwalificatie heeft betrekking op God. Want het Oude Testament identificeert zowel God als de Messias herhaaldelijk als herder. Dat zien we bijvoorbeeld in Psalm 23:1-2, 77:20, 78:52, 80:1, Jesaja 40:11, 49:9-10 en Ezechiël 37:24. [1] Er kan dus een sterke zaak worden gemaakt voor het idee dat Jezus zich God noemt wanneer hij aan zichzelf refereert als de goede herder. Wie moeten we volgen? Natuurlijk weten we dat de rijke jongeling Jezus op dat moment niet helemaal begreep, aangezien hij droevig vertrekt, maar dat betekent niet dat onze lezing verworpen moet worden. Het gaat erom wat Jezus iemand leert, niet wat zij daarvan begrepen hebben of opvolgen. Dit geldt met name voor gesprekken met andere mensen dan Zijn eigen discipelen, die Hij dikwijls van een toelichting voorzag wanneer zij daar om vroegen. Aan het einde van het gesprek met de rijke jongeling lijkt Jezus alsnog een direct antwoord te geven op de vraag. De jongeling vroeg Jezus wat hij moet doen om het eeuwige leven te krijgen. Na een prikkelende wedervraag en een aantal instructies, zegt Jezus: “…kom daarna hier en volg Mij. Dan zult u rijk zijn in de hemel.” (Markus 10:21) Voordat hij te horen kreeg dat hij Jezus dient te volgen, moest de rijke jongeling kennelijk eerst de kans krijgen om te beseffen Wie het dan is die hij zou volgen. Want ook de opdracht om Jezus te volgen kan worden vergeleken met de reactie die de mens moet hebben op God. Een reactie die luid resoneert door het Oude Testament: Volg alleen God. Want behalve de stelling dat alleen God goed is, kunnen we even kort zijn over de Bijbelse opdracht om alleen God te volgen: “Volg alleen de Here, uw God, en heb ontzag voor Hem, gehoorzaam alleen zijn geboden. Dien alleen Hem en houdt u aan Hem vast.” (Deuteronomium 13:4) We zien dus dat Jezus in alle gevallen juist bevestigt God te zijn en dit nergens ontkent. Dit in tegenstelling tot hetgeen critici beweren. Jezus wilde zijn gesprekspartner drie dingen laten beseffen: Dat Hij inderdaad goed is; dat Hij daarom God is en; dat de jongeling Hem moet volgen, precies zoals in het Oude Testament wordt gezegd over de Enige ware God. Soortgelijke ondervragingen Er zijn nog genoeg andere “Socratische ondervragingen” in Jezus’ bediening te vinden. We hoeven dan ook niet ver te zoeken om een soortgelijke dialoog aan te treffen. Vrijwel direct na het gesprek met de rijke jongeling stuit Jezus op een verzoek van twee discipelen: “Jakobus en Johannes, de twee zonen van Zebedeus, kwamen naar Jezus en zeiden: ‘Meester, we willen iets van U vragen.’ Hij zei: ‘Wat willen jullie dat Ik voor jullie doe?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Mogen wij alstublieft links en rechts naast U zitten wanneer U Koning geworden bent?’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘ Jullie weten niet wat jullie vragen . Kunnen jullie doen wat Ik moet doen? Kunnen jullie doormaken wat Ik moet doormaken?’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Dat kunnen wij.’ Jezus zei tegen hen: ‘Jullie zullen hetzelfde doormaken als Ik en doen wat Ik moet doen . Maar Ik kan jullie niet beloven dat jullie naast Mij zullen zitten. Die plaatsen zijn voor de mensen voor wie die plaatsen bestemd zijn.'” (Markus 10:35-40) [2] Wederom beantwoordt Jezus een vraag met een wedervraag en wederom lijkt het (na een oppervlakkige lezing) alsof Hij hiermee wil ontkennen wat er wordt beweerd. Maar wat doet Jezus? Hij geeft ze gelijk. Alleen, legt hij daar wel bij uit dat Hij, beter dan de discipelen zelf, begrijpt welke betekenis schuilgaat achter hun bewering. Het feit dat Jezus dit keer meer toelichting geeft bij zijn instructies, is omdat dit zijn gewoonte was wanneer hij sprak tot Zijn discipelen. De reden dat Jezus in meer cryptische taal sprak tot andere mensen, is omdat het oordeel anders nog groter is wanneer zij alles begrijpen terwijl ze niet accepteren wat er wordt gezegd door Jezus (zie Mattheus 13). Hoe dan ook, we lezen hoe Jezus de discipelen wilde laten beseffen dat ze niet volledig weten wat ze zeggen en Hij doet dat middels het stellen van een niet-ontkennende wedervraag. Davids zoon en Heer Een ander relevant voorbeeld is het gesprek dat Jezus met de Farizeeën had over de Messias. Jezus vraagt hen: “Wiens zoon is de Messias?”, waarop zij antwoorden: “Davids zoon”. Met deze vraag onthult Jezus dat de Farizeeën niet goed begrepen wat de aard is van de Messias. Jezus vervolgt namelijk door te zeggen: “Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: ‘ De Here heeft gezegd tot mijn Here : Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.’ Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen.” (Mattheus 22:41-46) Naast het feit dat Psalm 110, waar Jezus met dit citaat naar verwijst, aantoont dat de Messias niet slechts een mens is (vers 1) en al voor David bestond, wordt het ook duidelijk dat Jezus hier leert over de Heilige Geest die David aanstuurde om dit op te schrijven. Hiermee kon Jezus de Farizeeën wijzen op hun eigen misvatting omtrent de Messias die veel meer blijkt te zijn dan slechts een mens. Resumerend De bewijzen laten zien dat Jezus nergens zegt dat Hij God niet is. Dat terwijl critici dikwijls eisen dat christenen laten zien waar Jezus letterlijk zegt “Ik ben God, aanbid mij“. Kennelijk verlangen ze dit niet voor hun eigen claims. We gezien dat Jezus een scherpe wedervraag stelt die de rijke jongeling, samen met alle lezers van de Bijbel, uitlokt tot het nadenken over zijn woorden: “Is daadwerkelijk alleen God goed? Zo ja, noemde ik dan zojuist een man God?” Deze manier van denken opent namelijk vele deuren naar de andere feiten waarmee Jezus laat zien dat Hij God moet zijn en niet slechts een profeet: Zijn vergeving van zonden, Zijn oordeel over de wereld, Zijn zondeloosheid, de aanbidding die Hij accepteerde, Zijn eenheid met de Vader. We gezien dat Jezus zichzelf goed noemt als Hij zegt dat hij “de goede herder” is. Dus waarom zou hij moeite hebben met de titel “goede meester”? We gezien dat God en de Messias beide herhaaldelijk als herder worden aangemerkt in het Oude Testament. We gezien dat Jezus ook in andere gesprekken een wedervraag stelt waarmee hij de suggestie lijkt te wekken dat de ander op een verkeerd spoor zit. Maar dan blijkt dat Jezus niet ontkent wat er gezegd wordt, Hij geeft er slechts de volle betekenis aan, om zo inzichten te verschaffen. We gezien dat Jezus met een scherpe vraag aan de Farizeeën laat zien dat Hij de Messias is die ouder is dan David en tevens zijn Heer is, ondanks dat hij ook uit zijn nageslacht komt vanuit zijn menselijkheid. Hij weerlegt de Farizeeën dus in hun gedachte dat de Messias slechts een mens zal zijn en niets meer dan dat. Voetnoten [1] Voor mensen die onervaren zijn met de Bijbel en deze passage hebben opgezocht, kan dit vers enige verwarring opleveren aangezien er staat dat God David zal aanstellen als herder. Echter, David leefde allang niet meer toen deze profetie werd gegeven. De enige juiste interpretatie is hier dat dit verwijst naar de Messias, die vaak als het David-type werd aangeduid. Tevens is er in de Joodse traditie dikwijls geen onderscheid tussen een historische persoon en iemand die in zijn geest en macht verschijnt (zie: Cambridge Bible for Schools and Colleges). [2] Jezus zegt hier niet dat Hij er niet over gaat. In de volgende verzen legt hij namelijk uit dat de gelovigen uiteindelijk zelf bepalen welke plek zij in de Hemel zullen bemachtigen. En dat doen ze door de mate van dienstbaarheid die zij hebben gegeven aan hun medemens. In Markus 10:35-40 lezen we: “Jezus riep hen bij Zich en zei: ‘Jullie weten dat de machthebbers in de wereld de bevolking onderdrukken. Zij maken misbruik van hun macht. Maar onder jullie moet het anders gaan. Wie groot wil zijn, moet jullie dienaar worden. En wie de voornaamste wil zijn, moet ieders slaaf worden. Want zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen.'”
door Chris Develing 7 juni 2025
Welke zichzelf respecterende liefhebber van televisieseries kent het niet: The Handmaid’s Tale. Het wereldberoemde boek van Margaret Atwood werd zo mogelijk nog bekender dankzij de gelijknamige verfilming. Het gaat over een dystopische werkelijkheid waarin de meeste vrouwen onvruchtbaar werden. Het huidige Amerika wordt van binnenuit ontmanteld en overgenomen door religieuze fanaten die een nieuwe staat oprichten: Gilead. De hoofdpersoon is een jonge vrouw die werd weggetrokken bij haar man en dochtertje om als slavin aan het werk te gaan in het huis van een commandant. Omdat ze de gave van vruchtbaarheid blijkt te hebben, wordt ze opgeleid tot dienstmaagd. Zij en vele andere vruchtbare vrouwen moeten de leiders van hun nieuwe land voorzien van het wonder van nageslacht. Als mensen het hebben over The Handmaid’s Tale en de paralellen met de echte wereld, draait het gesprek vaak om christelijke prolife-organisaties of conservatieve pro-familie groepen als inspiratie voor het orwelliaanse verhaal. Dat ondervond ik aan den lijve toen ik meeliep met de Mars voor het Leven in 2019. Tegendemonstranten van onder meer het Humanistisch Verbond stonden ons op te wachten, verkleed in rode gewaden en roomwitte kappen om hun hoofden, precies zoals de handmaagden in de serie. Ze hadden hun plek strategisch gekozen, vlakbij de Domtoren in Utrecht, omdat ze wisten dat onze stille mars daarlangs zou komen. Ik had nooit van de serie gehoord, maar begreep al snel dat de tegendemonstranten ons zagen als de militante leiders uit de serie; mannen, geobsedeerd met vruchtbaarheid, die vrouwen vooral zien als broedmachines. Ze vertellen er nooit bij dat die leiders van Gilead ook klimaatactivisten zijn. In het moderne Amerika zag men een grote vervuiler die Gods planeet in rap tempo om zeep hielp. Na de overwinning startte Gilead een intensieve vergroening waar mening GroenLinks’er zijn petje voor afneemt. Maar nee, vooral dat religieuze component en het onderdrukken van vrouwen werd gretig ingezet om vingers te wijzen naar christenen die de wereld op hun manier een beetje beter willen maken. Op z’n tijd houd ik best van een goede serie. ’s Avonds, als de kinderen slapen, kan je even in een andere wereld stappen en genieten van spectaculair acteerwerk uit Hollywood. Op die manier is al een aantal series door mij versleten. Dat The Handmaid’s Tale nooit op mijn lijstje stond had alles te maken met het feit dat sommige mensen vrij letterlijk zeiden dat de serie gaat over mensen als ik. Mijn hartenwens, dat kinderen die eenmaal in de baarmoeder zijn ontstaan ook worden geboren in plaats van omgebracht, is voor sommigen een treffende gelijkenis. Met die visie ontneem ik vrouwen een grondrecht, aldus voorstanders van abortusrechten. Vandaar dat ik niet stond te springen om deze serie te bingen . Tot een medechristen mij de serie aanraadde. Volgens diegene viel het reuze mee met dat christen-bashen . Ze laten juist zien dat die dictators Bijbelpassages uit de context halen voor hun eigen ziekelijke begeerten, werd me verteld. Ik besloot te beginnen aan de serie die inmiddels al zes seizoenen draait. Ik mocht ontdekken hoe krom de vergelijking tussen de wensen van de prolifebeweging en Gilead is. Ik besefte ook hoe blind linkse activisten zijn als het gaat om hun eigen visie op wat het goede is. Die is minstens even vergelijkbaar met wat er in de serie voorbijkomt. Want hoewel prolife en pro-familie organisaties hun focus leggen op vruchtbaarheid en traditionele gezinswaarden, missen ze de diepere, donkere realiteit waar de serie over gaat: de uitbuiting van vruchtbare vrouwen door een onvruchtbare elite. Dat beeld sluit verontrustend goed aan bij de echte wereld van draagmoederschap en reproductieve ongelijkheid. Mijn conclusie is dat de dienstmaagden en draagmoeders veel met elkaar gemeen hebben. De fictieve wereld van Gilead wordt geregeerd door een onvruchtbare, machtige klasse die geobsedeerd is door controle over voorplanting. Ze ontnemen jonge vruchtbare vrouwen hun autonomie en dwingen hen kinderen te baren voor hun eigen belang. Dit gaat niet alleen over geloof of ideologie, maar ook over macht, controle en het voortbestaan van de mensheid. De vrouwen, vaak machteloos en arm, worden gebruikt als instrumenten in een systeem dat hun lichamen opeist om te dienen voor de reproductieve droom van de elite. Deze dynamiek weerspiegelt een ongemakkelijke realiteit binnen de tastbare wereld van draagmoederschap. In veel delen van de wereld is draagmoederschap een industrie waarbij welgestelde, onvruchtbare koppels vrouwen uit arme landen betalen om “hun” kinderen te dragen. Hoewel draagmoederschap vrijwillig en gereguleerd kan zijn, is het machtsverschil ook in die gevallen duidelijk: de vruchtbare vrouw draagt de fysieke en emotionele lasten, vaak gemotiveerd door economische noodzaak, terwijl de wensouders het proces beheersen en de sociale en persoonlijke voordelen genieten. De door Nederland beoogde vorm van draagmoederschap, waarbij de draagmoeder puur uit altruïstische overwegingen gratis haar diensten aanbiedt, komt nauwelijks voor. Na negen maanden zwangerschap en een bevalling dient de draagmoeder het kind af te dragen, precies zoals in The Handmaid’s Tale zo tragisch in beeld wordt gebracht. Dát is het wegnemen van lichamelijke autonomie. Het enige excuus is dat de draagmoeder er zelf mee instemde. Maar welke keus is er, als je leeft in uitzichtloze armoede - in landen als Oekraïne of India - en een aanbod krijgt dat al je problemen verhelpt? Het framen van The Handmaid’s Tale als een waarschuwing voor religieus fundamentalisme verhult deze real-world versie van economische uitbuiting en genderongelijkheid. De nadruk die christelijke prolife-groepen leggen op vruchtbaarheid staat niet gelijk aan de gewelddadige, systematische dwang die we in Gilead zien. Prolifers willen niemand dwingen om zwanger te worden. Maar als de zwangerschap er eenmaal is, pleiten zij voor het in leven houden van het kindje dat al is ontstaan. Voor pro-familie organisaties geldt doorgaans dat zij grote families stimuleren binnen een gezin met twee getrouwde mensen. Ook dat is iets anders dan de door een staat afgedwongen voortplanting middels verkrachting, zoals beschreven in Atwoods dystopie. In Gilead wordt reproductieve ongelijkheid uitvergroot. Vrouwenlichamen worden het strijdtoneel van elitaire ambities. In een wereld die kampt met destructieve onvruchtbaarheid, wil Gilead een voorloper zijn op het gebied van een stabilisering van de geboortecijfers. The Handmaid’s Tale laat zien hoe reproductieve controle wordt uitgeoefend door de bevoorrechten, ten koste van de kwetsbaren. Het daagt ons uit om na te denken over hoe economische ongelijkheid en wanhoop samenkomen in de machtsverhoudingen tussen rijk en arm; sterk en zwak.
door Chris Develing 2 mei 2025
Wat had ik het deze week te doen met twee oude Joodse knarren, Bram Moszkowicz en Frits Barend. Mensen waar ik het regelmatig mee oneens ben, trotseerden de gebruikelijke antipathie tegen Israël en de Joodse mens tijdens hun optredens in respectievelijk Vandaag Inside en Barlaat. Johan Derksen en Wilfred Genee lieten zich van hun slechtste kant zien, terwijl de clown z'n ongemak probeerde weg te lachen, zoals altijd. Het onverschillige schapenpubliek pakte die uitweg met beide hoefjes aan toen de inhoud héél even was aangeraakt door het scherpe betoog van Moszkowicz dat snel door Genee werd afgekapt. Stedelijke oorlogsvoering De voormalige advocaat was in staat om een nuchtere uiteenzetting van feiten te geven, ondanks de emotionele binding die hij - in tegenstelling tot het drietal aan tafel - met het onderwerp moet hebben. Hij wees onder meer op het werk van John Spencer, een man die tien jaar studeerde op het onderwerp van stedelijke oorlogsvoering. Spencer legde bloot dat zelfs de Israël-kritische Europese Unie normaliter inschat dat oorlog 9 burgerslachtoffers kent voor iedere militaire dode. In één van zijn artikelen haalt Spencer het voorbeeld aan van de slag om Mosul in 2016 en 2017, waarbij er (onbedoeld en indirect) zo'n 10.000 burgers werden gedood om 4.000 IS-terroristen te kunnen doden. Israël doodde tot nu toe één burger voor iedere Hamasstrijder, volgens Spencers inschatting. Genocide is dus het laatste woord dat zou mogen opduiken wanneer het gaat over de manier waarop Israël deze ingewikkelde stadsoorlog probeert te voeren. Ja, Israël doodt burgers. Maar het indirect doden van burgers is helaas onvermijdelijk. Iedere legerleider kan je dat vertellen. Daarom is het in beginsel ook niet strafbaar tijdens een oorlog. Islam Wat wel straf- en laakbaar is? Dat wat Hamas deed op 7 oktober 2023. Zelfs de islam verbiedt het om doelbewust op vrouwen, kinderen en andere non-combattanten te schieten, tenzij hier een "legitieme" reden voor is. Het indirect veroorzaken van burgerslachtoffers is echter niet verboden in de islam. Dit is de mening van de vier grote wetscholen die de hoofdstroming van de islam kent. Ze halen dit uit overleveringen uit het leven van Muhammad. Neem bijvoorbeeld zijn koude woorden nadat hem werd verteld dat er bij de zoveelste verovering van een Arabische stam vrouwen en kinderen tussen de doden bleken te liggen. Die doden werden veroorzaakt door mangonels, zeg maar grote middeleeuwse katapulten waarmee zware objecten over stadsmuren werden geworpen. Muhammad reageerde schouderophalend, op een manier die zelfs de staalharde Netanyahu niet kan worden verweten: ' Ze zijn van hun vaders '. Toch kunnen we het de islam niet aanrekenen dat indirecte burgerdoden worden gezien als een geaccepteerd gegeven, zolang de missie belangrijk genoeg wordt geacht door het hoofd van de islamitische staat. Ieder modern leger hanteert namelijk nog steeds hetzelfde principe. Dat kan ook niet anders! Zodra je het nobele principe aanneemt dat er geen enkel burgerslachtoffer mag vallen, weet de vijand exact wat hij moet doen om jouw leger te neutraliseren: zich voorzien van menselijke schilden. Menselijke schilden Juist de vijanden van Israël gebruiken menselijke schilden en dat is niet toevallig. Ze weten dat Israël bovengemiddeld gevoelig is voor burgerslachtoffers. Want welk leger belde ooit burgers op voordat een belangrijk vijandelijk doelwit werd vernietigd? Ook het werk van Spencer laat zien dat Israël bovenmatig voorzichtig te werk gaat, met de cijfers die het onderbouwen. Moszkowicz wees heel rustig op deze feiten. Het antwoord van Derksen en Genee? 'Je bent erg emotioneel', zeiden ze, terwijl de snor van Derksen al bijna in houtskool was veranderd. Genee wilde Moszkowicz niet te lang aan het woord laten en probeerde steeds snel te onderbreken met de smoes dat ze 'mensen niet alle ruimte kunnen geven'. Ik heb het getimed. Alles bij elkaar was Moszkowicz nog geen vijf minuten aan het woord over dit onderwerp. Barlaat Frits Barend moest bij Barlaat bijna op zijn knieën met het verzoek om het tijdens die twee minuten 4 mei-herdenking te houden bij de Tweede Wereldoorlog. Hij werd hierover bevraagd alsof hij een koud hart heeft voor andere slachtoffers: 'Horen wij er niet bij?' Hoe durf je het te vragen. Kennelijk mag 'de Jood' niets meer verzoeken, hoe redelijk het ook is. Juist een herdenking moet gevrijwaard zijn van statements over lopende oorlogen waarvan nog niet bekend is wie precies wat heeft uitgespookt. Maar nee, linkse en islamitische media zingen in koor dat de Palestijnse slachtoffers (en heel duidelijk niet de Israëlische) over een paar dagen moeten worden herdacht. Het begint weer Het is blijkbaar aan deze oude knarren om weerstand te bieden aan de constante stroom Israëlhaat in de media. Niemand anders wordt uitgenodigd of durft het aan om in deze tijd een 'Jodenhelper' te zijn. Maar mijn hart huilt. Vanwege het onderhuidse sentiment aan de Nederlandse talkshowtafel: Joden in het Westen worden opnieuw niet vertrouwd. Opnieuw wordt ze weinig gegund, opnieuw worden ze weggekeken uit het publieke domein en onterecht in een kwaad daglicht gesteld. Mijn hart huilt, want "het" begint weer.
door Chris Develing 5 april 2025
Joop van der Elst reist regelmatig af voor een interview. Eind 2024 kwam hij voor de tweede keer bij me thuis voor een goed gesprek. Het ging over veel onderwerpen: de oorlog tussen Israel en Hamas, abortus, mijn werk bij de NPV - Zorg voor het leven én over de bizarre zoektocht naar mijn vader. Beluister het hele interview hieronder:
door Chris Develing 25 december 2024
We leven in een spannende tijd als het gaat om kunstmatige intelligentie (AI). Sinds de komst van ChatGPT kan iedereen met een internetverbinding zelf chatten met een relatief geavanceerde vorm van AI. Op Amazon worden zelfs al boeken verkocht die geheel zijn gemaakt met ChatGPT of andere AI-software. Ook maken veel studenten er gebruik van, bijvoorbeeld om een werkstuk te maken. Ik besloot de kennis van ChatGPT eens op de proef te stellen als het gaat om de islam. Heeft het systeem een bias? Ik stelde ChatGPT drie hoofdvragen, waarvan de derde en laatste in dit artikel wordt behandeld. Deel 3: Zakat geven aan niet-moslims De eerste vraag: ‘Kun je me vertellen welke mensen volgens de soenitische islam mogen ontvangen uit de Zakat-opbrengsten?’ Hierop antwoordt ChatGPT dat Zakat een vorm van liefdadigheid is die verplicht is voor moslims met voldoende middelen. Vervolgens wordt er een onvolledige lijst met mogelijke Zakat-ontvangers genoemd die vermoedelijk uit een willekeurige tekst komt. We moeten dus even specificeren richting de Koran: ‘Kun je me vertellen welke mensen volgens de Koran mogen ontvangen uit de Zakat-opbrengsten?’ Op dat moment citeert ChatGPT Surah at-Tawbah (9:60) waarin deze categorieën inderdaad zijn opgenomen. We stellen nog een belangrijke vraag: ‘Mag Zakat worden uitgekeerd aan niet-moslims?’ ChatGPT: ‘Volgens de meeste islamitische geleerden, met name binnen de Soennitische traditie, is het niet toegestaan om Zakat rechtstreeks uit te keren aan niet-moslims. De redenering hierachter is dat Zakat een verplichting is voor moslims om solidariteit en ondersteuning binnen de moslimgemeenschap te bevorderen.’ Vervolgens wijst ChatGPT snel op de niet-verplichte vorm van liefdadigheid genaamd “Sadaqah”, die zowel aan moslims als niet-moslims gegeven mag worden. Zonder dat we het hoeven te vragen, komt ChatGPT zelf al met het punt dat er wel een uitzondering is: ‘…zoals wanneer het bedoeld is om de harten van niet-moslims te winnen voor de islam (mu’allafat qulubuhum)’. Dat wilden we inderdaad even horen. We vragen snel door: ‘Om welke redenen mag er vanuit de Zakat worden uitgegeven aan het winnen van de harten van niet moslims, oftewel de mu’allafat qulubuhum?’ ChatGPT: ‘Deze categorie omvat doorgaans mensen die recent tot de islam zijn bekeerd, potentiële bekeerlingen, of degenen wiens harten geneigd zijn om gunstig te reageren op de islam. Het doel is om bij te dragen aan het creëren van een sfeer van begrip en tolerantie tussen verschillende gemeenschappen.’ We vragen maar even niet waar het uit blijkt dat dit allemaal gaat om sfeer, begrip en tolerantie tussen gemeenschappen, want dan worden we waarschijnlijk weer gewezen op geschriften die nooit geschreven zijn . In plaats daarvan vragen we: ‘Mag zakat geld aan de mu’allafat qulubuhum alleen worden uitgegeven aan arme niet-moslims of mogen het ook invloedrijke en rijke mensen zijn?’ ChatGPT geeft aan dat ‘ de specifieke ontvangers van de categorie mu’allafat qulubuhum niet strikt beperkt zijn tot arme niet-moslims. Het kunnen ook invloedrijke en rijke mensen zijn, zolang hun harten verzoend kunnen worden met de islam.’ Om vervolgens weer snel te benadrukken dat het allemaal positief bedoeld is, voegt ChatGPT toe: ‘De essentie van het uitgeven aan deze categorie is om positieve betrekkingen met de islam te bevorderen en mogelijk de acceptatie van de islam te vergemakkelijken.’ Dus, stellen we nog maar weer een concrete en verdiepende vraag: ‘Kun je me vijf namen geven van Soenitische geleerden die vonden dat er geld mag worden gegeven aan de mu’allafat qulubuhum om de islam sterker te maken?’ Na hetzelfde riedeltje over verschillende interpretaties, geeft hij vijf namen: Ibn Taymiyyah, Al-Ghazali, Ibn Qayyim al-Jawziyya, Ibn Kathir, Ibn Hajar al-Asqalani. Nog één vraagje om te kijken of dit artikel wel zuiver is omgegaan met de daarin genoemde bronnen: ‘Vond Yusuf Al-Qaradawi dat Zakat naar de mu’allafat mag gaan?’ ChatGPT: ‘Dr. Yusuf al-Qaradawi, een prominente hedendaagse islamitische geleerde en een vooraanstaand figuur binnen de Soennitische islam, heeft uitgesproken opvattingen over verschillende aspecten van de islamitische jurisprudentie, waaronder liefdadigheid en het uitgeven van Zakat. In zijn boek “Fiqh al-Zakat” (De jurisprudentie van Zakat), dat een diepgaande analyse biedt van de regels met betrekking tot Zakat, geeft al-Qaradawi zijn standpunt over het uitgeven van Zakat aan de mu’allafat qulubuhum. Hij erkent de bredere interpretatie van deze categorie en stelt dat het uitgeven aan mensen wier harten verzoend kunnen worden met de islam, niet strikt beperkt is tot arme niet-moslims. Het kan ook gericht zijn op het beïnvloeden van niet-moslims in posities van invloed, zoals intellectuelen, beleidsmakers, en anderen die een significante rol kunnen spelen in het begrip van de islam. Al-Qaradawi benadrukt het belang van strategisch denken en het gebruik van Zakat om een positieve impact te hebben op de samenleving en het begrip van de islam. Hij moedigt aan tot het uitgeven van Zakat-gelden op manieren die de belangen van de moslimgemeenschap en het begrip van de islam bevorderen.’ Conclusies (over deel 1 , 2 en 3 van deze serie) Het lijkt erop dat ChatGPT erg is ingespeeld op het zo vredig mogelijk presenteren van de islam en islamitische leerstellingen. Dit hoeft niet bewust zo te zijn geprogrammeerd, maar kan een gevolg zijn van de vele online bronnen die deze bias al in zich hebben. Als ChatGPT moet toegeven dat er bepaalde onwelgevallige meningen bestaan onder prominente geleerden, pakt hij steeds zijn kans om te benadrukken dat dit slechts een deel van de geleerden betreft binnen een bredere traditie. Als je vervolgens concreet vraagt om namen van geleerden uit de vreedzame groep krijg je of niets of uitsluitend Westerse islamgeleerden die, ook volgens ChatGPT zelf, beïnvloed kunnen zijn door de culturele en moderne context waarin zij leven. En dat op zichzelf laat meteen zien dat het wegwuiven van geleerden uit het verleden onder het mom van hun tijdgeest, geen stand houdt. We hebben uiteraard ook gevraagd of het mogelijk is om een ware islam te ontdekken, zoals deze is beschreven door de eerste generaties, maar daar wilde ChatGPT zich niet aan branden. Inhoudelijk hebben we wederom gezien dat offensieve jihad gewoon bij de islam hoort. ChatGPT kon, ondanks een duidelijke bias, geen overtuigend tegengeluid produceren. Over slavernij kon hij alleen maar bevestigen dat de islam geen regels voor de afschaffing ervan biedt en dat gerenommeerde namen binnen de islamitische geleerdheid achter slavernij staan. Namen van geleerden die slavernij afwijzen, had hij wel maar die kwamen allemaal uit het Westen. Tot slot ging het over de Zakat. ChatGPT gaf toe: Zakat mag in principe alleen worden uitgekeerd aan moslims ter bevordering van solidariteit en ondersteuning binnen de moslimgemeenschap (zo liefdadig is het dus niet). De uitzondering is de groep niet-moslims die naar de islam toe getrokken mogen worden met geld uit het Zakat-fonds. Dit mogen rijke mensen zijn. En volgens de gerenommeerde Yusuf Al-Qaradawi is het geven van Zakat aan niet-moslims een strategische zet om de belangen van de moslimgemeenschap zelf te dienen. Zie ook Deel 1 en Deel 2 van deze 3-delige serie.
MEER ARTIKELEN